Stilletjes verliet de Kia Carens in 2010 het toneel. In het midi-MPV segment kon de onopvallende Carens geen potten breken. De Europese concurrentie in de vorm van de Touran, Zafira en Scénic was simpelweg te sterk. Nu, in 2013, ligt dat anders. Kia heeft in de afgelopen jaren een enorme sprong voorwaarts gemaakt en speelt met de grote jongens mee. Met een geheel nieuw ontworpen Carens maken de Koreanen een zelfverzekerde comeback.
In tegenstelling tot zijn anonieme voorganger is de nieuwe Carens direct als lid van de Kia familie herkenbaar. Vooral van voren zijn de overeenkomsten met de cee'd best groot. En dat is geen toeval, de Carens staat namelijk op een aangepast cee'd platform. Net als bij de fraaie hatchback wordt de kenmerkende 'tiger nose' grille door twee grote koplampen geflankeerd. Dat geeft 'm een fris en modern voorkomen. Geheel vernieuwend is het echter niet. Wanneer je de Carens voor het eerst ziet heb je onbewust de indruk het allemaal weleens eerder gezien te hebben. Dat komt door de gelijkenissen met het cee'd gamma, maar ook doordat de Carens een beetje als een opgeblazen Venga overkomt. Het is allemaal net een beetje groter en boller.
De proporties kloppen echter wel en voor een 'busje' ziet de Carens er bijzonder goed uit. Ten opzichte van de Volkswagen Touran - toch wel de meetlat in dit segment - is de Carens langer, breder en lager. Dat maakt 'm wat minder hoekig dan zijn rivalen. En stijlvoller. Het is de vraag of dat laatste ook nog het geval is wanneer je voor de instapper met 16 inch ballonbanden en minder chroomopsmuk kiest. Voor de meeste kopers zal de praktische bruikbaarheid belangrijker dan dikke wielen of een chroomstrip zijn. Dat men dit bij Kia niet uit het oog heeft verloren, tonen de grote deuren die een makkelijke toegang tot het interieur bieden. Ook de achterklep is lekker groot en geeft een ruime toegang tot de bagageruimte.
Aan de binnenzijde gaat het feest der herkenning verder. Ook hier zie je in één oogopslag dat je met een Kia te maken hebt. Enkele jaren geleden kon je zo'n uitspraak nog negatief interpreteren. Inmiddels is het echter een compliment. Het interieur van de Carens is precies zoals je dat van een moderne auto verwacht; verzorgd, mooi afgewerkt en uiterst compleet. Ten opzichte van de cee'd en Optima is het dashboard van de Carens verrassend genoeg weer een stukje hoogwaardiger geworden. Fraaie zachte materialen domineren en de naden zijn overal net weer wat minder groot. Daarbij kun je nu ook uit een chique 'two tone' interieur kiezen. Houd je meer van een sportievere sfeer, dan kun je nu een zwarte dakhemel aanvinken. Dit soort personalisatiemogelijkheden kom je doorgaans in een ander slag auto tegen.
Ook een reusachtig panoramadak à € 1.295 behoort tot de mogelijkheden. In tegenstelling tot bepaalde concurrenten kan dit dak gewoon open en heb je van windgebulder geen last. Je hoeft trouwens niet diep in de geldbuidel te tasten om in een mooi uitgeruste Carens te rijden. Reeds de standaardversie heeft een handbediende airco, radio met stuurwielbediening, cruise control en andere kleinigheden aan boord. Voor € 1.000 extra kun je tijdelijk de First Edition bestellen waar onder andere een Full Map navigatiesysteem, dual zone climate control, bluetooth en een regensensor opzit. Wil je nog meer luxe, dan is er nog het Super Pack en Super Pack Premium. Bij het laatste pakket behoren geventileerde voorstoelen en een verwambare achterbank tot de standaarduitrusting. Nadeel van alle pakketen is dat je beperkt losse opties kunt bestellen. Een standaard Carens met xenonverlichting is bijvoorbeeld niet mogelijk.
Buiten Nederland wordt de Carens als vijf- en zevenzitter leverbaar, bij ons komt alleen de zevenzits versie in de showroom. Een MPV koop je natuurlijk voor de ruimte en daarmee zit het bij de Carens wel goed. Voorin heb je meer dan genoeg ruimte. De stoelen zijn ruim bemeten en bieden veel steun. Opvallend is de uitschuifbare stoelzitting waar vooral de langere medemens erg blij van zal worden. In de Carens zit je wel een beetje op de bok en het stuur staat een tikje te scheef. Echt storend is dat echter niet. Veel erger is de dikke A-stijl die je veel zicht schuin naar voren ontneemt. Rijd je op een zebrapad af, dan zou je zomaar een overstekende voetganger kunnen missen. Ook bij rotondes zit je onbewust de hele tijd om de dikke stijl heen te koekeloeren.
Op de tweede zitrij tref je drie losse stoelen aan die naar eigen smaak in te stellen zijn. De rugleuningen zijn hier wat smaller dan voorin, maar qua ruimteaanbod zit je hier zeker niet in de tweede klasse. De been- en hoofdruimte is uitstekend en komt bijna in de buurt van die van een veel grotere Renault Espace. Bijzonder is de mogelijkheid van de eerder genoemde verwarmbare achterstoelen. Onder de vloer vind je, net als bij de Renault Grand Scénic en Peugeot 5008, twee handige opbergruimtes. Op de derde zitrij gaat het er wat krapper aan toe, maar ook daar hou je het gedurende een tijdje vol. Aan de instap merk je wel dat de achterste twee stoelen vooral voor kleine kinderen zijn bedoeld. Gebruik je de stoelen niet, dan heb je de beschikking over een 492 liter grote achterbak. Maximaal kun je 1.650 liter verstouwen. Het afdekzeil van de bagageruimte hoef je niet thuis te laten, dat kan onder de dubbele laadvloer worden opgeborgen.
De Carens wordt met de atmosferische 1.6 en 2.0 GDI benzinemotoren en twee 1.7 CRDI diesels leverbaar. Standaard is de 1.6 GDI met 135pk en 165Nm. Wij reden in en rondom Monaco met de krachtigere 2.0 GDI die 166pk en 213Nm levert. Het prijsverschil tussen beide motoren is € 3.000 en de 2.0 GDI is met name een verstandige keuze voor mensen die met volle belading en caravan comfortabel op vakantie willen gaan. Indien je voornamelijk in Nederland rijdt zal de 1.6 GDI waarschijnlijk prima volstaan. Het tweeliter blok is soepel, maar heeft toeren nodig om de Carens vlot te versnellen. Dat komt deels door het hoge wagengewicht en deels door de late afgifte van koppel en vermogen. Over turbomotoren beschikt Kia op dit moment nog niet. De prettig schakelende zesbak is wel goed op het motorkarakter afgestemd. De overbrengingen zijn relatief kort en dat houdt de Carens levendig. Bij het beklimmen van een bergpas is terugschakelen niet nodig. Op snelwegtempo draait het blok net iets meer dan 3.000 toeren, wat veel is, maar door de goede isolatie niet storend opvalt.
Voor de rest rijdt de Carens zoals je dat van een auto in dit segment verwacht, namelijk onopvallend goed. De algehele bediening van de auto kan als licht worden bestempeld. Schakelen gaat boterzacht en trefzeker, de stuurinstallatie is direct en een tikkeltje te zwaar bekrachtigd en de pedalen zijn redelijk gevoelloos. Kortom, precies wat een gemiddelde koper van een dergelijke auto verwacht. Met een MPV wil je vooral comfortabel en in rust van A naar B zoeven. Dat doet de Carens meer dan prima. Het onderstel is merkbaar op comfort afgestemd. Alleen op slechte ondergrond wil de Carens weleens stoterig worden. Waarschijnlijk waren de grote 18 inch wielen met platte banden de boosdoener. Door het hoge zwaartepunt helt de Carens wat meer over dan een cee'd, maar de grip raakt de Kia niet snel kwijt. Hoge bochtsnelheden zijn haalbaar, maar het is de vraag of je dit met zes man aan boord wel moet willen.
De nieuwe Carens heeft alles in huis om een deel van het segment voor zich op te eisen. Hij ziet er goed uit, heeft een hoogwaardig, compleet en praktisch interieur en biedt daarnaast moderne motoren en dito rijeigenschappen. Alle waar is naar zijn geld; met een instapprijs van € 23.995 is hij scherp geprijsd, maar allang geen echte prijsvechter meer. De Carens moet het dus vooral van kopers hebben die uitgekeken zijn geraakt op hun Europese MPV en toe zijn aan iets anders. Een lastige opgave, temeer omdat de concurrentie ook goede auto's bouwt en veel goodwill bezit. Of de comeback van de Kia Carens slaagt, staat nog in de sterren. Wel staat vast dat hij het succes meer dan verdient.