Denk je aan een Koreaanse auto, dan schieten al gauw de beelden van een kleine hatchback of een compacte SUV door je hoofd. Die modellen gaan als warme broodjes en zorgen voor een oprukkende Zuid-Koreaanse suprematie waar Kim Jong-Un in het noorden alleen maar van droomt. Het MPV-segment is echter nog bijna onontgonnen gebied. Chevrolet rommelt al jaren wat in de marge, concerngenoot Hyundai is er helemaal niet actief en de Carens van Kia heeft in pakweg twaalf jaar ook geen potten kunnen breken. De derde generatie Carens gaat daar verandering in brengen.
Sinds de Duitser Peter Schreyer de scepter zwaait op de designafdeling van Kia, is er een duidelijk herkenbaar familiegezicht ontstaan dat ook in Europa in de smaak valt. De Carens was de laatste Kia die nog niet van zijn tekentafel kwam. Tot nu. Het strakke uiterlijk met de tijgerneus is onmiskenbaar dat van een moderne Kia. Sterker nog, als je de Carens van een afstandje ziet staan, is het niet gek als je hem vanuit bepaalde hoeken zou verwarren met een cee'd. Dat komt niet in de laatste plaats doordat de Carens niet zo groot is als je van een zevenzitter verwacht. Zet hem tegenover een concurrent en zowel lengte, breedte als hoogte zullen een aantal centimeter minder groot uitvallen. Met name dat hoogteverschil maakt dat de Carens vlot oogt. Een mooi setje velgen, dagrijverlichting en privacyglass maken het aantrekkelijke plaatje compleet.
Nu is het optelsommetje natuurlijk snel gemaakt. Alle maten aan de buitenzijde zijn kleiner dan die van de concurrentie, dus dat zal zijn gevolgen hebben voor de binnenruimte. Maar nee, hier tovert Kia een knap stukje ontwikkeling uit de hoge hoed, want de binnenruimte doet niet onder voor de concurrentie. Nou ja, alleen achter de derde zitrij is het wat minder, dan hebben we dat punt direct genoemd, maar verder is het verschil praktisch niet te merken. Het is dan ook geen toeval dat de wielbasis van de grote Kia juist helemaal niet de kleinste is. Door slim te positioneren heeft Kia precies bewerkstelligd wat iedere vader van een groot gezin graag wil. Binnenin veel ruimte, zonder direct met een touringcar op pad te moeten. Helemaal achterin treffen we posities die voor kinderen bedoeld zijn, maar dat is bij alle auto's in deze klasse zo. Op de andere vijf zitplaatsen zit je vorstelijk. Op de tweede rij zijn de stoelen allemaal afzonderlijk te verstellen en verschuiven en de bestuurder kan dit zelfs allemaal elektrisch regelen. Een ondersteuning in de knieholte maakt het zitcomfort voor de bestuurder compleet.
Uiteraard gaat een en ander gepaard met de nodige comfortverhogende opties. Neem de leren bekleding, de geïntegreerde zonneschermpjes in de portieren, klaptafeltjes, usb- en iPod-aansluitingen, navigatie, gescheiden airconditioning en een fijn panoramisch schuif-/kanteldak. Het dashboard vertoont overeenkomsten met dat van andere recente Kia's, maar heeft wel duidelijk een eigen uitstraling. Een rustige uitstraling, al had het weglaten van het glanzende materiaal daar wat ons betreft nog aan kunnen bijdragen, maar we weten wat er gezegd wordt over smaak. De Carens is in Nederland enkel als zevenzitter leverbaar. Voor wie dat niet nodig heeft, is het een must dat de achterste stoelen eenvoudig en vlak wegklappen en dat doen ze gelukkig ook. Ook de tweede zitrij en de bijrijdersstoel zijn mooi vlak weg te leggen, waardoor een enorme laadruimte ontstaat. Een praktisch probleem heeft Kia eenvoudig opgelost doordat de afdekhoes van de bagageruimte onder de vloer weggelegd kan worden. Dus dat ding hoeft niet te verstoffen op zolder voor het geval je nog wel eens switcht tussen de vijf- en zevenzitsopstelling. Het is ten voeten uit hoe Kia praktische oplossingen heeft gezocht bij een auto die dan ook vooral praktisch hoort te zijn.
Omdat we bij de introductie de Carens 2.0 GDI al reden, gaan we dit keer met de 136 pk sterke diesel op pad. Er zijn twee varianten van de 1.7 CRDi, maar zodra het budget het enigszins toelaat is die 1.000 euro extra voor 136 in plaats van 115 pk prima besteed. Dat moet de wagenparkbeheerder bij een leaseconstructie dan wel leuk vinden, want de Carens schuift in dat geval door van een donkergroen B-label naar een lichtgroen C-label. Wie voor automatische transmissie wil kiezen, zit aan de sterkste variant vast, maar moet daar bovenop vier mille neertellen. Hoe dan ook kwamen we met de handgeschakelde 136 pk prima vooruit. Het blokt pakt makkelijk op en dat maakt dat de Carens lekker lui te rijden is. Van een keertje minder schakelen wordt de Koreaan niet warm of koud. Zoals bijna iedere MPV vraagt ook deze niet om een sportieve rijstijl. De bediening verloopt op alle fronten heel soepel. Hij schakelt zacht en stuurt makkelijk, maar gelukkig wel met voldoende gevoel.
Ook het onderstel is in de basis comfortabel afgesteld, maar toch zit er een prettige hoeveelheid strafheid in verwerkt. Doordat de koets minder meedeint bij middelpuntvliedende krachten dan een aantal concurrenten, hebben de inzittenden minder snel last van wagenziekte, juist ook op de meest vatbare plekken daarvoor, helemaal achterin. Voor de sportieve aspiraties is het niet boeiend dat de wielbasis en spoorbreedte relatief groot zijn, maar voor het rijplezier in de breedste zin van het woord natuurlijk wel. Zonder ergens specifiek in uit te blinken, is de royale Koreaan een prettige auto. Hij houdt qua rijbeleving een beetje het midden tussen dat van de gemiddelde MPV en stationwagon en voor een MPV is dat een compliment. Kia geeft voor deze Carens een verbruik op van slechts 4,8 liter per 100 kilometer. Dat klinkt erg mooi voor zo'n grote auto, maar wat ons betreft mag daar wel een litertje bij op. Rekening houdend met een altijd aanwezig verschil tussen de praktijk en de New European Driving Cycle, vinden we onze 6,0 liter nog steeds wat ver van de opgave liggen.
We sloten de intro niet af met de vraag óf de nieuwe Carens potten kan breken, maar met de stelling dát hij dat gaat doen. Daar zijn we namelijk van overtuigd. Dat konden we vooraf al voorzichtig vermoeden door de kwalitatieve opmars van Kia en de alsmaar positievere publieke opinie over het merk. Achteraf bekrachtigt een praktische test, inclusief zeskoppige testfamilie, dat vermoeden. De auto heeft alles wat een gezin zich wenst: ruimte, een comfortabele uitrusting en een prettige rijbeleving. In het verbruik of in de meerprijs van de automaat liggen misschien nog wat verbeterpuntjes, maar in bijvoorbeeld de verhouding binnenruimte en buitenafmetingen spreekt hoe goed Kia het concept MPV binnen zijn eigen waarden heeft uitgedacht. Op de essentiële punten is de Carens minsten gelijkwaardig aan de concurrentie, zo niet de baas over hen. En ondanks dat de prijzen van de Koreanen langzamerhand met de kwaliteit mee stijgen, blijft hij toch net even een stukje goedkoper. Probeer maar eens een vergelijkbaar gemotoriseerde en uitgeruste MPV als deze te vinden voor 34.290 euro.