De vorige Audi A1 liep op zijn laatste benen. Sinds kort is er dit nieuwe model, dat er weer volledig des Audi's uitziet. Is de laatste A1 de prestigieuze badge met vier ringen waardig? Een lang weekend met de premium B-segmenter moet het antwoord op deze vraag geven.
Audi is bezig met een grondige herziening van het aanbod. Na de A8, de A7, de A6 en de Q3 is het kleinste model van het merk uit Ingolstadt aan de beurt. De A1 is als model op de markt sinds 2010 en sindsdien behoorlijk succesvol voor Audi. Reden genoeg dus om een geheel nieuw model te introduceren. Weet de nieuwe A1 het Audi-gevoel in een klein jasje te vatten?
De nieuwe A1 heeft zijn scherpe lijnen en de opvallende LED-verlichting met dynamische knipperlichten duidelijk van zijn grotere familieleden overgenomen. Ook is de kleine Audi volop te personaliseren, met keuze uit meerdere kleuren voor onder andere de wielen en het dak. Het lijkt erop dat de nieuwe A1 meer dan voorheen in het vaarwater van de MINI Cooper - bekend om zijn verregaande mogelijkheden tot individualisering - gaat zitten. Het strakke design van de A1 is duidelijk onderscheidend van de Volkswagen Polo. De testauto is als Edition One in het Chronosgrijs met S-Line exterieur en de bronskleurige wielen behoorlijk luxe uitgevoerd. Ook het zwarte dak en de zwartgelakte logo's maken dat de A1 er duur en exclusief uitziet. Meer dan eens word je nagekeken op straat.
Uiteraard heeft het wel een prijs om de A1 er zo flitsend uit te laten zien als de testauto. Hier komen we op de vijfde pagina nog uitgebreid op terug. Wanneer je wat meer incognito door het leven wilt gaan, biedt de basisuitvoering van de A1 soelaas. Wel is het zo dat hij dan een deel van zijn onderscheidende karakter verliest. Wil je er een beetje leuk en origineel bij rijden, dan mag je flink in de buidel tasten.
Waar Audi altijd in uitblinkt, zijn de interieurs. Het interieur van de A1 ziet er mooi strak uit, in dit opzicht is hij ook duidelijk apart gezet van de Polo. Met name het S-Line sportstuur en de sportstoelen geven het binnenste een lekker vlotte uitstraling die ook weer in lijn is met de grotere Audi's. De A1 is een stuk groter geworden, waardoor je zowel voor- als achterin meer ruimte tot je beschikking hebt. Het dashboard is georiënteerd op de bestuurder, waarbij het 8,8-inch touchscreen een prominente plek inneemt. Het scherm is mooi weggewerkt in het dashboard, heeft een hoge resolutie en is makkelijk te bedienen. Wel is het display erg vingerafdrukgevoelig. Dit valt bij veel licht des te meer op omdat het scherm onder een hoek staat. Hierdoor is de informatie die erop geprojecteerd wordt soms net wat minder goed zichtbaar. Verder werkt het MMI-systeem zeer goed. De menustructuur is intuïtief en het touchscreen reageert zeer direct op je input. Ten opzichte van de duurdere Audi's is er dus niet op beknibbeld. Ook werkt het systeem door de Smartphone Interface zeer goed met Apple CarPlay.
Het materiaalgebruik is goed op de plekken die je vaak aanraakt. De verschillende panelen sluiten mooi op elkaar aan en de weinige knoppen die in de auto zitten voelen kwalitatief hoogwaardig. Daardoor valt het des te meer op dat op bijvoorbeeld de deuren en de middenconsole duidelijk mindere materialen zijn gebruikt. Het harde, glimmende plastic doet afbreuk aan het kwaliteitsgevoel en het strakke ontwerp van het interieur. Ondanks deze dissonantie in het materiaalgebruik overheerst het premium gevoel in de A1. Je hebt niet direct het idee dat je in het kleinste model van het merk met de vier ringen onderweg bent.
We rijden de A1 als 30 TFSI met S Tronic automaat. De nieuwe type-aanduidingen van Audi zijn nog even wennen. De A1 is verder verkrijgbaar als 25 TFSI, 35 TFSI en 40 TFSI, oplopend in vermogen. '30 TFSI' lijkt op het eerste gezicht misschien heel wat, maar het betreft hier een 1.0-liter driecilinder met 116 pk. Deze motor is niet nieuw en werd al geleverd in onder meer de A3. De 30 TFSI is geen strepentrekker, maar biedt voldoende kracht om de Audi vlot mee te kunnen laten komen met het verkeer. Onderin pakt hij lekker op en bij vollast produceert de driecilinder bovendien een rauw, sportief geluid. De S Tronic reageert snel op je input en schakelt boterzacht. Wanneer je bijvoorbeeld even snel iemand wilt inhalen is de bak goed bij de les. Bij lage snelheden schakelt hij echter te snel op, waardoor de motor gaat brommen. Zet de pook in 'S' en de versnellingen worden te lang vastgehouden. Je kunt dit enigszins compenseren door de bak gewoon in 'D' te laten staan en Drive Select in 'Dynamic' te zetten. Eventueel kun je ook zelf gaan flipperen.
De A1 houdt wat het rijgedrag betreft een mooi midden tussen comfort en sportiviteit. Zo sportief en communicatief als een MINI gaat het niet worden, maar de nieuwe A1 stuurt een stuk strakker dan de vorige. In de bochten blijft hij mooi in het gareel en treedt er veel minder onderstuur op dan bij het vorige model het geval was. Met Drive Select kun je de rijmodi aanpassen, hoewel de verschillen niet heel merkbaar zijn. In Dynamic stuurt de A1 iets zwaarder en reageert hij wat vinniger op het gas, in Efficiency is alles gericht op maximale zuinigheid. Vermoedelijk wordt het verschil tussen de rijmodi met de optionele adaptieve dempers groter, de testauto beschikte hier niet over. Hoe dan ook, de nieuwe A1 rijdt een stuk verfijnder en volwassener dan zijn voorganger. In zekere zin komt hij zelfs in het vaarwater van de huidige A3.
Het is altijd weer een heikel punt bij nieuwe Audi's: de prijs. Ook de A1 is niet bepaald goedkoop. De goedkoopste uitvoering met de basismotor is verkrijgbaar vanaf 24.950 euro, maar iedereen weet dat het feestje bij Audi dan nog lang niet op gang komt. De testauto staat namelijk in de boeken voor maar liefst 42.326 euro, met ca. 12.000 euro aan opties. Voor het B-segment is dit ongekend veel geld. Kijken we even binnen de VAG-gelederen, dan staat er voor 28.571 euro een 200 pk sterke Polo GTI op de oprit. Dat is ongeveer evenveel geld als de vanafprijs van de A1 30 TFSI. Het is duidelijk te zien dat Audi de A1 een stuk hoger heeft gepositioneerd, direct in het vaarwater van de al eerder aangehaalde MINI Cooper. Het vorige model concurreerde daar in zekere zin ook al mee, maar met de nieuwe mogelijkheden tot personalisering bij de A1 is de vergelijking met MINI nu nog sneller gemaakt.
Voor 42.326 euro krijg je wel een auto die er zeer gelikt uit ziet en tamelijk wat bekijks trekt. We hadden het al even over de Edition One-uitvoering, die met 8.500 euro een groot deel van de totale meerprijs van de testauto voor zijn rekening neemt. Hier zit wel meteen het volledige S-Line pakket bij inbegrepen, naast Virtual Cockpit, het Connectivity-pakket, de dynamische LED-verlichting en de Smartphone Interface. Hiernaast is onze testauto voorzien van automatische airco, parkeerhulp plus, Drive Select en een prettig klinkend Audi-geluidssysteem. Het is alleen wel opmerkelijk dat de interne navigatie van de testauto niet is geactiveerd, dit kan tegen extra betaling geregeld worden bij de Audi-dealer. Op een auto van meer dan 40.000 euro en met ruim 10 mille aan opties misstaat dit feit behoorlijk.
De Audi A1 is een auto waarin je, wanneer hij eenmaal op smaak is gebracht, heel fijn kunt vertoeven. We vragen ons alleen af of Audi dit keer haar hand niet heeft overspeeld met de prijsstelling. Om de A1 een beetje leuk aan te kleden, moet je zeer diep in de buidel tasten. Hij biedt dan duidelijk een hogere kwaliteitsbeleving dan de auto waarmee de A1 zijn platform deelt: de Volkswagen Polo. Het rijgedrag van de A1 is echter ondanks zijn forse meerprijs niet wezenlijk anders dan dat van de Polo. De MINI Cooper biedt voor ongeveer hetzelfde geld als de Audi een stuk meer rijplezier. Daar staat tegenover dat de A1 weer een comfortabelere auto voor alledag is. Uiteindelijk komt het dus vooral aan op wat je zoekt in een auto en wat je smaak is. Zoals de Engelsen dat zeggen: "Beauty is in the eye of the beholder". De nieuwe A1 is absoluut een fijne metgezel, maar wees bereid om de portemonnee te trekken...