Een jaar geleden trok Audi het doek van de derde generatie TT en vrijwel meteen daarna ging ook het dak eraf. Een opvolger van de TT RS laat echter nog even op zich wachten. Tot die tijd neemt de TTS de honneurs waar als voorlopige top-TT. Twee fraaie oktoberdagen mocht deze TTS Roadster ons laten zien wat 'ie allemaal in z'n mars heeft.
De eerste indruk die we oog in oog met deze nieuwe TT opdoen, is in ieder geval alvast een veelbelovende. Vergeleken met z'n beide voorlopers oogt de derde generatie TT een heel stuk zelfverzekerder, en dat komt niet alleen doordat zo'n S wat meer body heeft. Kijk maar eens naar die gemene en doordringende blik waarmee de TT je aanstaart. Nee, dit lijkt in de verste verte niet meer op de schattige aanblik van de vorige TT's. Scherpe en strakke lijnen maken tegenwoordig de dienst uit. Zelfs de rolbeugels hebben een hoekiger ontwerp gekregen.
Toch zijn de typische contouren van de oer-TT niet helemaal verdwenen. Vooral van opzij, op de hoeken en bij de wielkasten komt het bekende ronde lijnenspel terug. Ook de ronde tankklep is weer van de partij. Van achteren lijkt de nieuwe TT zelfs als twee druppels water op de tweede generatie. In de afmetingen trouwens ook: in alle dimensies bleef de TT ongeveer even groot. Wel daalde het gewicht van de TTS met 30 kg naar 1.445 kg, wat hoge verwachtingen schept van het rijgedrag. Daarover later meer.
De look & feel in de nieuwe TT is van grote klasse: het gelikte interieur is voortreffelijk afgewerkt en overal vind je prachtige materialen. Leuk detail zijn de knoppen voor de temperatuurregeling, die subtiel zijn verwerkt in de vijf prominente ventilatieroosters. Daardoor ziet het dashboard er modern en lekker opgeruimd uit; slim gedaan! Ook het compacte sportstuur mag er zijn: het oogt niet alleen erg fraai, maar het is ook nog eens fijn gevormd en uitgebreid verstelbaar (evenals de lekker stevige sportstoelen), zodat je - ongeacht je lengte - vrijwel altijd een fijne zitpositie kunt vinden.
En dan hebben we het meest bijzondere detail in de TT nog niet benoemd: de virtual cockpit. In plaats van een analoge klokkenwinkel is iedere nieuwe TT standaard voorzien van een digitaal 12,3 inch scherm, waarop je naast de gebruikelijke informatie - toerenteller, snelheidsmeter en boordcomputer - ook infotainmentzaken als navigatiekaarten, radiozenders en contacten uit je telefoonboek tevoorschijn kunt toveren. Grafisch ziet het er prachtig uit en ook de over menu-indeling en de bediening (via het stuurwiel en de MMI-unit in de middentunnel) is duidelijk goed nagedacht.
Audi heeft de TT opnieuw van een softtop voorzien en dat heeft niet alleen esthetische, maar ook een aantal praktische voordelen. Naast het lagere gewicht wordt de 280 liter grote bagageruimte bijvoorbeeld nauwelijks aangetast wanneer je open wilt rijden. In dat opzicht heeft zo'n TT duidelijk een streepje voor op een BMW Z4 of Mercedes-Benz SLK met stalen klapdak. Ook in het interieur is de aflegruimte voor roadsterbegrippen goed voor elkaar. Wanneer je op een mooie zomerdag spontaan besluit om er eens lekker op uit te gaan, hoef je je smartphone, pasjes en zonnebril nooit thuis te laten en dan blijft er nog steeds ruimte over voor ander klein grut.
Op mooie zomerdagen is de nieuwe TT Roadster trouwens prima voorbereid. Tien tellen nadat je - desgewenst rijdend tot 50 km/h - op de knop drukt, wappert de wind langs de zijruiten en over de korte voorruit al fanatiek door je haren. Dat heeft als keerzijde dat het buiten het cabrioseizoen vrij snel (te) fris wordt aan boord. Gouden vondsten als het windscherm en de heteluchtblazer in je nek bewijzen dan gelukkig hun nut. De korte voorruit heeft trouwens nog een praktisch nadeel: als je met gesloten kap vooraan staat bij het verkeerslicht, zit je altijd voorover in je stoel. Bij het inparkeren blijkt overzichtelijkheid sowieso niet de reden waarom je een TT koopt...
Met de automaat in 'D' en het rijkarakter op 'Comfort' is de TTS een opvallend relaxte auto, waarvan eigenlijk alleen het wat stugge onderstel verraadt dat je met een S aan het sturen bent. De lichte besturing is wat gevoelloos, de soepele, tot 310 pk opgepepte 2.0 TFSI draait rustig z'n rondjes en de zes versnellingen van de S tronic worden vlotjes en verfijnd doorlopen. Ook de gasrespons is adequaat, maar lang niet zo hitsig als in een RS. De geluidssensatie net zo min trouwens. Het feit dat je op hogere snelheid steeds zit te wachten tot de - niet aanwezige - zevende versnelling nu eens wordt ingelegd, zegt eigenlijk alles over hoe gemoedelijk en ontspannen je met de TTS kunt toeren.
In 'standje sportief' verandert dat karakter als een blad aan de boom. De TTS blijkt speelser en lichtvoetiger dan de vorige versie, zonder dat 'ie meteen tricky wordt: dankzij de quattro-vierwielaandrijving is er altijd grip en plakt de auto - ook bij hoge (bocht)snelheden - als kauwgom aan de weg. Voor extra downforce komt bij 120 km/h de achterspoiler omhoog. Het veilige en koersvaste van de vorige TTS is gebleven en daar valt veel voor te zeggen, want dankzij het weldadige vermogen en de zeer alerte gasrespons met de automaat in de S-stand is de TTS echt razendsnel. Vanuit stilstand stuift 'ie bijvoorbeeld in nog geen vijf tellen naar de 100, wat nog maar eens wordt onderstreept met een lekker vol en zwaar uitlaatgeluid.
Met de nieuwe TT doet Audi een serieuze poging om het wat brave imago van de TT van zich af te schudden. Hij ziet er niet alleen een stuk mannelijker uit, maar rijdt ook heerlijk lichtvoetig - precies wat je wilt met een roadster. Communicatie is nog steeds niet z'n sterkste eigenschap, maar verder is de TTS een hele leuke en altijd betrouwbare (maar wel wat stugge) auto om mee te rijden. Rustig toeren of een sportief potje sturen: de TTS kan het allemaal. Als we uitstappen om de sleutels weer in te leveren, galmt de heartbeat nog even subtiel door het prachtige interieur. Veel toepasselijker had het afscheid nauwelijks kunnen zijn, want deze nieuwe TT kan wel eens vele hartslagen gaan opvoeren...