BMW Z4 Roadster
sDrive35i DCT

Wilbert Huls - 12 juli 2009

Ultiem rijplezier

Van oorsprong is een roadster een tweezitter zonder permanent dak of zijramen, ultiem rijplezier biedend door het gevoel van vrijheid dat de inzittenden tijdens het rijden ervaren. In een later stadium is het sportieve aspect eveneens onlosmakelijk met de term roadster verbonden. En nu komt BMW met een coupé-cabriolet die zeker bij slecht weer niks van doen heeft met een roadster, maar toch noemen ze hem Z4 Roadster. Verkwanselt BMW hiermee een prachtige, klassieke autobenaming of zit er binnenin de moderne, stalen cocon nog iets wat het gebruik van deze naam rechtvaardigt?

Kenmerkend silhouet

Als de kenmerkendste vernieuwing van deze Z4 ten opzichte van zijn voorganger genoemd moet worden, dan zal dat vast en zeker het stalen klapdak moeten zijn. Nadat de 3 Serie Cabrio eerder al ontdaan was van zijn stoffen cabriokap, heeft de voortschrijdende techniek ook zijn intrede gedaan bij de Z4. Een stalen dak vraagt concessies met betrekking tot de kont en dat zal niet zijn meegevallen in het ontwerpproces, maar BMW is er uitstekend in geslaagd om het kenmerkende silhouet van de vorige Z4 te behouden. De kont is kort gebleven en de karakteristieke lange motorkap is ook op deze generatie aanwezig.

Scherpe lijnen accentueren het mooie figuurtje van de lage en brede BMW. Dit wordt versterkt door het licht dat aan beide kanten van de vouwen verschillend weerkaatst. Doordat het lijnenspel vanuit de koplampen en het logo voorop ontspringt, over de flanken loopt en in de achterlichten weer samenkomt, wordt de auto omgeven door een zwijm van snelheid. Stoere achttien inch velgen en de dubbele uitlaten doen wat dat betreft nog een extra duit in het zakje.

Met het dak in gesloten toestand tovert de Z4 zich om tot een ware coupé. Al ontkom je helaas niet aan de bolhoedlijn zoals te zien bij veel coupé-cabriolets. Een geweldige aflopende daklijn als bij de Z4 Coupé is nu eenmaal niet haalbaar met een vouwbare constructie. In die zin is het jammer dat de Z4 Coupé bij deze het veld heeft moeten ruimen.

Kunststukje

Op deze Z4 is de optie 'Design Pure White' besteld. Dit houdt in dat het interieur uit een combinatie van ivoorwitte materialen en antracietkleurig hout bestaat. Tevens is de exterieurkleur Havannabraun Metallic van deze testauto voorbehouden aan dit designpakket. Onder andere de stoelen zijn in ivoorwit - of zoals de Duitsers het prachtig omschrijven: Elfenbeinweiss - uitgevoerd. Middels elektrische bediening is de stoel op alle denkbare manieren naar eigen voorkeur in te stellen. De lendensteunen zijn zelfs voor inzittenden met een smal postuur lekker strak in te stellen en dat zien we nog wel eens anders. Om verhitte confrontaties met het leder te voorkomen, heeft het een behandeling ondergaan waardoor het minder heet wordt in de zon. Dat daar zo goed over nagedacht is, maakt het des te vreemder dat de pook en iDrive knop zo ongelooflijk heet worden, wanneer de zon er met de kap open lustig op los kan schijnen.

Qua vormgeving is het interieur een waar kunststukje. De grote knoppen midden op het met leer beklede dashboard zijn met veel gevoel voor design ontworpen, er is een mooi vormgegeven sportstuurtje en de pook staat als een kunstwerk te pronken op zijn sokkel. Des te meer vallen een aantal zwarte, zeer klassiek uitgevoerde BMW-elementen uit de toon, zoals de tellers en de bediening van de cd-speler.

Praktisch nut staat bij een auto als deze nooit voorop bij de ontwikkelingskeuzes, maar gelukkig zijn er in het interieur nog wel wat opbergplekjes te vinden. De kofferruimte is qua grootte niet onaardig, maar met het dak ingeklapt wordt de toegang erg smal, waardoor je wat grotere spullen er niet even onder kan leggen, ondanks dat daar wel de ruimte voor is. Wel is het handig dat verschillende opbergplekken zijn voorzien van netten of spanbandje om je spullen goed vast te kunnen leggen.

Sportieveling pur sang

Dat vastleggen van spullen is geen overbodige luxe in een auto die gruwelijk hard de bocht om wil. Met een laag zwaartepunt en een forse wielbasis in verhouding tot zijn lengte heeft de Z4 zijn figuur natuurlijk al mee, maar vlak het M-onderstel en de achterwielaandrijving in deze niet uit. De kleine Bimmer ligt als een blok op de weg, ook wanneer het rijden gepaard gaat met heftige stuurbewegingen. Wel wordt hij wel wat springerig, zodra het wegdek wat minder egaal is. Je merkt dan regelmatig dat de tractiecontrole zich er dan mee gaat bemoeien.

Wat verwacht je nog meer van een sportieveling? Juist, acceleratievermogen. Wat dat betreft komt de Z4 sDrive35i in ieder geval niet te kort. Een spurt 'naar de honderd' is in ruim vijf seconden geslecht. Mede dankzij de prettige DCT-versnellingsbak en de onwaarschijnlijk lage 1.300 toeren per minuut waarbij het maximale koppel al beschikbaar is, verloopt de spurt haast lineair. Ook bij hoogst illegale snelheden blijft de snelheidsopbouw opvallend gelijkmatig, maar ook imponerend.

Een automaat lijkt een vreemde keuze voor een auto die ultiem rijplezier moet vertegenwoordigen. Toch blijkt het in de praktijk meer dan goed te voldoen. De versnellingsbak met dubbele koppeling zorgt voor haast niet te voelen overgangen, enkel de toerenteller en het motorgeluid verraden dat een volgend verzet wordt ingezet. Daarnaast is hij zeer goed over te nemen met de flippers achter het stuur. Flipperen, zo moeilijk kan het niet zijn, maar toch moet je er in het begin even de gedachten bijhouden. Het gebruikelijke links terug- en rechts opschakelen werkt niet op de BMW. Zowel met links als rechts schakel je terug door de flipper van je af te duwen en schakel je op door de flipper naar je toe te trekken. Wanneer je eenmaal gewend bent, blijkt de ontwerpkeuze van de Beierse ingenieurs nog helemaal niet zo slecht, want nu kan je makkelijker tijdens stuurbewegingen schakelen. Je hebt immers maar één hand nodig en het maakt niet uit welke flipper je gebruikt.

Genieten geblazen

Is de auto dan alleen maar sportief te rijden? Nee, gelukkig niet. Een open auto rijd je soms om alleen maar heerlijk te kunnen cruisen. Ondanks alle capaciteiten is de Z4 prima rustig te rijden. Op afroep kan hij als een blad aan de boom omslaan naar een sportief monster, maar dit potentieel gaat niet gepaard met zenuwachtige trekjes. Daarbij heeft de bestuurder de keuze uit drie mogelijke instellingen wat betreft het karakter van de tweezitter: Normaal, Sport of Sport+. Naarmate een sportievere variant gekozen wordt, wordt de besturing wat scherper, de gasrespons directer en de demping straffer. Bij de keuze Sport+ wordt de tractiecontrole deels buitenspel gezet.

Deze is handmatig zelfs geheel uit te schakelen, voor het geval dat het speelse jongetje in de brave huisvader wil bovenkomen. Achterwielaandrijving met zoveel vermogen schreeuwt natuurlijk om 'dwars gaan'. Dat is dan ook geen enkel probleem. Zeker niet als na enkele heftige onweersbuien na een droge periode het wegdek lekker glad is geworden.

Gelukkig kwamen die buitjes maar sporadisch en konden we vooral lekker bijkleuren in de open BMW. Met de wind in haren was het genieten geblazen, al neemt dat wel wat heftige vormen aan zodra de snelheden boven de tachtig kilometer per uur komen. Ook met de zijramen en het windscherm omhoog begint de lucht stevig te welven, waardoor het wat dat betreft wat minder comfortabel wordt. Niet zo fijn wanneer je grote afstanden over de snelweg aflegt, maar wanneer je bewust stevig aan het rijden bent, neem je het graag voor lief.

Een modern jasje

Even terug naar de beginvraag. Is deze Z4 het predicaat 'Roadster' waardig? In technische zin was daar direct al duidelijkheid over, de Z4 is geen roadster aangezien er een permanent dak en zijruiten aanwezig zijn. Wel kunnen ze uit het gezichtsveld verborgen worden, maar dat is natuurlijk niet de oorspronkelijke gedachte. Als we echter de andere auto's bekijken die tegenwoordig roadster genoemd worden, zal voor velen die vlieger ook niet opgaan.

Daarom het tweede aspect: biedt deze auto ultiem rijplezier op een sportieve manier? Hopelijk bestaat daarover na het lezen van bovenstaand verhaal geen twijfel meer. Want zelfs met een slakkengangetje kan je met deze auto nog heel veel plezier beleven. Laat staan wanneer je als sportieve rijder het uiterste gaat vergen van de moderne technieken als de krachtige zes-in-lijn-motor, het adaptieve onderstel en de geweldige automaat. In die zin kan er met recht gesteld worden dat dit een roadster is, maar dan in een modern jasje.

  • Knappe verschijning
  • Ultiem rijplezier
  • Fijne automaat
  • Coupélijn t.o.v. vorige Z4
  • Hittegevoelige pook / iDriveknop
  • Rijwind op hogere snelheden