Tegenvallende verkopen en vuurrode cijfers hangen als donkere wolken boven het door de economische crisis geplaagde PSA-concern. Weinig reden voor een Frans feestje dus, zou je zeggen. Toch is het niet allemaal kommer en kwel bij Peugeot Citroën, want lichtpuntjes zijn er ook. Neem het grote succes van de DS3. Eerder vierde Citroën dat al met de DS3 Racing en nu achten de Fransen - malaise of niet - de tijd rijp voor het volgende feestnummer. Opnieuw gaat het dak eraf, en deze keer zelfs letterlijk: de DS3 Cabrio is een feit. Mooi op tijd, met de zomer voor de deur!
Eigenzinnig als de Fransen zijn, is de DS3 Cabrio geen cabriolet volgens het boekje. Anders dan bij een volbloed cabriolet verdwijnt het dak van de open DS3 namelijk niet in z'n geheel. In plaats daarvan zitten de dakranden vast (ongeacht de stand van de kap) en wordt het zicht op de hemel je ontnomen door een joekel van een vouwdak. Een soortgelijke constructie zien we bijvoorbeeld bij de Fiat 500C. Zo'n constructie biedt misschien niet de ultieme cabriobeleving, maar zet daar wel een aantal interessante voordelen tegenover, waarover later meer.
Dat het historisch verantwoord is, is in elk geval boven iedere twijfel verheven - wie herinnert zich niet de dakloze 2CV? - maar gelukkig is de kap niet gespeend van moderne techniek. Tussen de zonnekleppen zit een knop waarmee je de DS3 - desnoods rijdend tot 120 km/h - elektrisch opent of sluit. Traploos of in één van de drie standaardsettings: tot vóór, tot boven of zelfs tot helemaal achter de achterpassagiers. In die laatste stand gaat de achterruit 'liggen' en vouwt de kap zich daar in een plooi bovenop. Au revoir, zicht naar achteren...
Gelukkig voorziet Citroën met standaard parkeerhulp in een praktische oplossing voor dat zichtprobleem. Sowieso zit de dakloze DS3 lekker in z'n spulletjes (al is het ontbreken van airco op de instapversie niet zo Chic). Dat mag ook best, want met een meerprijs van drie mille ten opzichte van z'n gesloten broertje laat Citroën zich vrij stevig betalen voor de DS3 Cabrio. Buiten de mogelijkheid om de zon op je bol te laten schijnen krijg je daar verder namelijk niet zoveel voor terug. Het zijn slechts de kleinere achterruit en de chromen sierlijst daaronder waarmee de DS3 Cabrio zich onderscheidt van z'n dichte broertje.
Ook vanbinnen lijkt de open DS3 als twee druppels water op de DS3 met vast dak. Kort samengevat betekent dat een druk, maar vrolijk dashboard, fijne stoelen met stevige wangen en een stuurwiel dat lekker in de hand ligt. Een prima plek dus om lekker uit te waaien. Over uitwaaien gesproken: de vaste dakbogen staan het echte vrijheidsgevoel weliswaar een beetje in de weg, maar houden wel opvallend veel wind buiten de auto. Zelfs op de krappe achterbank is het bij 'volledig open' best goed uit te houden - mits je niet harder dan zo'n 80, 90 km/h rijdt. Daarboven krijgen de luchtstromen vat op het interieur, met luidruchtig geklapper tot gevolg.
Zulk geklapper is typerend voor een wannabe-cabrio als deze DS3; met een 'echte' cabriolet heb je daar geen last van. Toch hebben de vaste dakbogen ook zo hun voordelen. De relatief eenvoudige vouwdakconstructie snoept bijvoorbeeld maar 40 liter van de bagageruimte, waardoor er nog steeds 245 liter overblijft. Puntje van kritiek is wel dat de toegang tot die ruimte erg beperkt is. Ook met betrekking tot het gewicht bewijzen de vaste dakbogen hun nut: ze houden de stijfheid intact, waardoor extra verstevigingen in de carrosserie min of meer overbodig zijn. Dat verklaart waarom de DS3 Cabrio slechts 25 kg zwaarder is dan z'n dichte broertje.
En dat merk je. Wie wel eens met de DS3 op pad is geweest, weet dat die auto on-Citroëns sportief is. Het vage, afstandelijke dat de 'gewone' C3 kenmerkt, is in geen velden of wegen te bekennen en dat maakt de DS3 tot een uiterst vermakelijk scheurijzertje. Welnu: datzelfde stempel kunnen we ook drukken op de DS3 Cabrio. Sturen, schakelen, het gaat allemaal heerlijk direct en met veel gevoel. Rijplezier in overvloed dus, niet in de laatste plaats omdat ook het onderstel erg goed uit de verf komt. Het is niet eens oncomfortabel, maar wel dusdanig goed uitgebalanceerd dat je ontzettend veel lol kunt beleven aan de sympathieke Fransman. Chapeau!
Plezier beleef je ook aan de fijne motor-bak-combinatie van de DS3 Cabrio. We kunnen niet zeggen in hoeverre die vlieger ook opgaat voor de minder vermogende varianten, maar van de sterkste 1.6 THP worden we in ieder geval heel enthousiast. Het is een lekker soepel blok, dat met z'n 155 pk bovendien goed presteert. Vanuit stilstand sprint je in 7,4 tellen naar de 100 en ook van tussensprintjes schrikt de DS3 niet terug. Doordat de motor al bij 1.400 rpm z'n volle koppel (240 Nm) loslaat, hoef je nauwelijks te schakelen.
Niet dat schakelen een straf is - de zesbak doet dat lekker direct - maar voor wie ontspannen en schakellui wil cruisen, is het een prettige gedachte dat je ook dan prima uit de voeten kunt. Bijkomend voordeel is dat het brandstofverbruik ook netjes binnen de perken blijft. Een gevarieerd testtraject met binnendoorweggetjes, provinciale wegen en stukken snelweg resulteerde in een nette score van 1 op 15, waarmee de DS3 de fabrieksopgave (1 op 17) dicht benadert. Daarbij ligt de vierpitter ook nog eens aangenaam in het gehoor.
Je kunt je vraagtekens zetten bij de vraag in hoeverre de naam 'Cabrio' op z'n plaats is; in meer dan een groot vouwdak zit het 'm niet. Een constructie met nadelen - slecht zicht naar achteren en meer windgeklapper dan in een reguliere cabriolet - maar zeker ook voordelen. Door het kleine beetje extra gewicht is de DS3 Cabrio net zo leuk om te rijden als z'n dichte broertje, en het cabriogevoel - want dat biedt de open DS3 wel degelijk - maakt het alleen maar leuker.
Vanaf net geen 20 mille neem je de sleutels van een DS3 Cabrio in ontvangst; voor de sterkste en goed uitgeruste 1.6 THP moet je tien mille extra neertellen. Heel praktisch is de auto niet: de - niet onaardige - kofferruimte is lastig bereikbaar en de achterbank is erg krap, al is dat meer regel dan uitzondering met auto's als deze. Omdat emotie in dit kleine segment doorgaans voorrang krijgt op de ratio, is het maar de vraag in hoeverre dat de Fransoos gaat opbreken. Wat ons betreft: laat de zomer maar komen!