MINI Coupé
Cooper Chili

Jarno van Maanen - 22 februari 2012

Aaibaarheidsfactor

Wie dacht dat MINI na de Cabrio, de Clubman en de Countryman wel klaar was met het op de markt brengen van nieuwe varianten heeft het mis. Sinds kort is de MINI namelijk ook verkrijgbaar als Coupé, een nóg guitigere versie van de toch het toch al guitige retromodelletje. Met slechts twee zitplaatsen en een verlaagd dak is het duidelijk dat hij moet inleveren op praktische bruikbaarheid. Kan hij dat compenseren met zijn hogere aaibaarheidsfactor?

Helmet bubbles

Hate it or love it, maar je kunt niet ontkennen dat de MINI Coupé weer eens iets anders is. Met zijn 'gechopte' dak oogt hij in ieder geval een stuk sportiever dan de hatchback. Die sportiviteit wordt nog eens benadrukt voor de striping die van voor tot achter over de auto loopt, uiteraard verkrijgbaar in verschillende kleuren. In het dak zitten twee helmet bubbles, zoals raceauto's in de jaren zestig die hadden om zo genoeg ruimte voor de helmdragende inzittenden te bieden.

Nu verwacht MINI niet dat de gemiddelde Coupé-koper iedere dag met een helm op achter het stuur kruipt, maar het is wel een slimme manier om met deze uitsparingen de hoofdruimte op peil te houden. De Coupé is namelijk een stukje lager dan de hatchback, al is het verschil kleiner dan je zou denken: slechts drie centimeter. Het is wel zo dat hij vanbinnen veel knusser aanvoelt, dat komt vooral door het lage achterruitje, het beperkte zicht schuin naar achteren en de vlakke vooruit.

Kleuren van de regenboog

We zijn er eigenlijk wel blij mee dat ervoor MINI heeft gekozen een echte tweezitter te maken van de Coupé. Te vaak zien we kleine 2+2's waarbij de achterbank niet geschikt is voor mensen met benen of een hoofd. Vanwege die ontbrekende achterbank heeft de Coupé zelfs een grotere kofferbak dan de hatchback: 280 liter tegenover 160 liter. Handig is verder dat er een soort skiluik in de bagageruimte zit, waardoor ook wat grotere spullen kunnen worden meegenomen.

Het dashboard is een feest van herkenning voor wie eerder in een MINI gezeten heeft. Uiteraard zien we een enorme snelheidsmeter in het midden en ook de tuimelschakelaars ontbreken niet. De afwerking van het speels vormgegeven interieur is prima. In het verder vrij donkere interieur zorgen beige panelen voor wat extra frisheid. Een grappig onderdeel van het lichtpakket is dat je interieurverlichting van kleur kunt laten veranderen, traploos in alle kleuren van de regenboog (!).

De enorme snelheidsmeter biedt plaats aan een uitgebreid multimedia- systeem. We kennen het van BMW, maar in de MINI is alles met een funky sausje overgoten. Wel jammer dat het stengeltje dat dient als controller wat minder solide voelt dan de iDrive controller. En nu we toch aan het klagen zijn: de middenarmsteun schuift wel eens per ongeluk open (iets te weinig weerstand) en de bekleding van de bestuurdersstoel laat na vier maanden al wat plooien zien.

Stoerdoenerij

Het motorenpallet voor de MINI Coupé is beperkt; de basismotor is de Cooper (1.6, 122pk) en verder zijn er de Cooper S (1.6 turbo, 184pk), Cooper JCW (1.6 turbo, 211pk) en de Cooper SD (2.0 diesel, 143pk). De basismotor blijkt, dankzij het leeggewicht van 1.065kg, heel adequaat. Zoals je verwacht van een ongeblazen 1.6 moet hij redelijk op toeren worden gehouden, maar dan is hij ook wel behoorlijk fel. Jammer is dat de zesde versnelling vrij kort is, waardoor de toerenteller bij 120km/h op 3.000 staat.

Die hogere toerentallen hadden tot gevolg dat het verbruik ver boven de fabrieksopgave uitkwam, al geeft het praktijkverbruik misschien een wat vertekend beeld door de arctische weersomstandigheden. Een leuke gimmick is het achterspoilertje dat bij 80km/h omhoog komt. Net als bij een Porsche 911 schuift deze automatisch uit en ook weer terug als je afremt. Hij is trouwens ook handmatig te bedienen, voor wat stoerdoenerij als je naast een terrasje staat.

Qua vering is de Coupé wat stugger afgesteld dan de hatchback en daardoor ligt hij net wat strakker op de weg. Net als bij andere MINI's staan de wielen op de hoeken van de auto, wat goed van pas komt bij het betere bochtenwerk. Wat je dan echter mist is een heel direct stuurgevoel; hiermee blijft hij toch wat achter. Ook dit is een bekende tekortkoming van de MINI, maar is dit is misschien eerder inherent aan een auto die uiteindelijk in de categorie 'stadsauto' valt.

All the way

Het is eenvoudig om vraagtekens te zetten bij het bestaansrecht van deze MINI-variant, vooral wanneer je het op heel rationele manier benadert. Wat is het praktisch nut van een MINI met maar twee zitplaatsen en een lager dak? Maar dat soort vragen moet je eigenlijk niet stellen. De Coupé is duidelijk weer eens iets anders, een fris gezicht. We leven in tijden waarin mensen zich steeds meer willen onderscheiden van de grote grijze massa en dan kan een MINI Coupé zijn nut wel bewijzen.

Immers: kon je een jaar of tien geleden nog flink opvallen als je met de nieuwe MINI kwam voorrijden, tegenwoordig moet je van beteren huize komen om dat voor elkaar te krijgen. En daarom komt de MINI Coupé precies op tijd; hiermee kun je weer mooi de aandacht trekken. Mogen we dan wel voorstellen om all the way te gaan, door een rode te bestellen met zilverkleurige strepen, zwarte velgen en de Union Jack op de spiegelkappen?

  • Geslaagd ontwerp, echte aandachttrekker
  • Fijne rij-eigenschappen door prima onderstel
  • Hoofdruimte en bagageruimte heel redelijk
  • Door twee zitplaatsen wat onpraktisch
  • Stuurgevoel had directer mogen zijn
  • Opgegeven verbruik lastig haalbaar