Was de discussie net zo'n beetje uitgedoofd en nu komen ze hier mee aanzetten. Zelfs de fanatiekste aanhangers van de klassieke Mini hadden zich inmiddels wel verzoend met het feit dat die 'immens grote' BMW de naam MINI mocht dragen, maar nu komt er een nog grotere MINI op de markt. De Countryman. Wanneer alle emotie aan de kant geschoven was, kon de MINI als waardig opvolger bestempeld worden van de klassieke Mini. Lukt dat bij deze grotere uitvoering ook nog?
Qua uiterlijk zijn in ieder geval de kenmerkende eigenschappen van een Mini aanwezig. Het chroom in de grille en rond de lampen, de zwarte raamstijlen, maar vooral natuurlijk de plaatsing van de wielen zo ver mogelijk naar de hoeken van de carrosserie. Waar de Clubman al een half deurtje extra had, is de Countryman een heuse vijfdeurs. De eerste ooit, want zelfs de Estates van weleer kenden geen achterportieren. Des te knapper dat het Mini-lijnenspel behouden is gebleven in de langere, maar tevens hogere Brit. Aan de binnenkant was de klassieke eenvoud, zoals sir Alec Issigonis het ooit bedoeld had, al bij de eerste MINI verdwenen. Dat is bij de Countryman niet anders. Een overdaad aan tierelantijntjes, chroom en glimmende elementen maakt het beeld druk. Dat dit in de basis wel weer afgeleides zijn van authentieke onderdelen zoals de grote ronde klok in het midden, ronde ventilatieroosters en tuimelschakelaars, doet daar niet zoveel aan af.
Het belangrijkste nieuws binnen is natuurlijk de ruimte. Toch is de eerste indruk op dat vlak geen positieve. Gelukkig is dat vooral een kwestie van optisch bedrog. In deze uitvoering is de vloer zwart, zijn de stoelen zwart, is het dashboard zwart en is zelfs de hemel zwart. Best zwart dus en dat zorgt voor een minder ruime indruk. Of het de achterliggende gedachte is, kunnen we niet bevestigen, maar eigenlijk is het wel weer leuk dat je daardoor toch het compacte gevoel krijgt in een royale auto. Want dat is het zeker wel. Voor een auto die tien centimeter korter dan een Golf is, zit je zowel voor- als achterin surrealistisch ruim. Hoofd en benen komen zelfs achterin niet ongewenst in contact met de omgeving. Het enige punt van kritiek is wellicht dat de zitting achterin aan de korte kant is. Ook de kofferruimte is prima voor elkaar. Waar er vroeger haast een cultus was van liefhebbers die koste wat het kost met het hele gezin in een Mini zouden passen, kan het nu dus ook heel verantwoord.
Na de 'gewone' One en Cooper Diesel, hoeven we van het dieselen in een MINI niet meer op te kijken. Sterker nog, een model als deze vraagt er ook wel om. Niet in de laatste plaats omdat MINI met deze auto een eigenzinnig alternatief wil bieden voor de standaard leasebakken in de compacte middenklasse. Met 111 pk is de Countryman prima bemeten. Zonder de klinkers uit de straat te trekken, heeft de MINI een pittig karakter. Dat komt niet in de laatste plaats door de levendigheid van het motorblok. Zowel bij het wegrijden als bij een tussentijdse versnelling is de reactie op het gaspedaal prettig direct. Zelfs als je de schakeladviezen ten behoeve van een economisch verbruik opvolgt, wil de auto toch nog prima versnellen zonder terug te schakelen. Die schakelindicator maakt natuurlijk deel uit van MINImalism, het pakket aan maatregelen om het verbruik zoveel mogelijk terug te dringen. Ze zullen ongetwijfeld bijdragen aan een beter verbruik, maar zo optimistisch als MINI zelf wil doen geloven is het echt niet. Met normaal rijgedrag zit je niet onder de zes liter per 100 kilometer, terwijl het volgens de fabrieksopgave op 4,4 liter uit zou moeten komen.
De hatchback stuurt absoluut strakker en kan meer handelen in steviger stuurwerk, maar desondanks doet de Countryman het in het licht van de verpakking ongemeen goed. Het maakt dan ook dat het ook met deze grotere MINI nog leuk spelen is voor het geval de partner en kinderen even niet mee gaan. En om het hele plaatje compleet te maken gaat het sturen op een lekker directe manier en schakelt de pook met veel gevoel. Sportief als het merk is, hoef je van MINI geen uitgesproken comfort te verwachten, maar toch is deze MINI comfortabeler dan ooit tevoren, alleen al vanwege de grotere wielbasis en hogere ligging. Geheel volgens de wet van de communicerende vaten neemt het comfort dus toe als de sportiviteit wat afneemt. Gezien de beoogde kopers maar vooral leasers, is dat geen vervelend gegeven. Het is wel jammer dat de Countryman geluidstechnisch bekeken wat minder comfortabel is. Het dieselblokje geeft uiteraard zijn rauwe geluid, maar vooral de windruis op snelheid is aanzienlijk en dringt echt door in de cabine.
Terug naar de beginvraag. Is de Countryman niet alleen in naam een MINI, maar is het dat ook in zijn doen en laten? Als we het oorspronkelijke kenmerk eenvoud buiten beschouwing laten, dan is dat na onze lofzang op het rijgedrag bevestigend te beantwoorden. Daarin is immers met name het karakteristieke MINI-gevoel het meeste terug te vinden. Dat er een vleugje sportiviteit vervangen is door wat comfort doet daar niet zoveel aan af. Wie nadenkt over aanschaf van een Countryman moet zich over heel feitelijke minpunten als een royale aanschafprijs en achterblijvende verbruikswaarden heen kunnen zetten, want die zijn met 37.616 euro voor de geteste uitvoering en een fors hoger gebruik dan de opgave aanzienlijk. Voor degenen bij wie dat de pret niet mag drukken, is een nadere kennismaking met de stoere Brit aan te bevelen, want je geeft de buitenwacht kijkplezier en jezelf vooral veel rijplezier in een echte MINI.