Decennialang was de Volkswagen Jetta niets meer of minder dan een Golf met kont en een lel van een bagageruimte. Waar de auto in de States met open armen werd ontvangen, haalden wij Nederlanders er onze schouders voor op. Maar jetzt geht's los, letterlijk en figuurlijk: de zesde generatie Jetta - alter ego's Vento en Bora inbegrepen - wordt niet langer als vierdeurs Golf, maar als op zichzelf staand model gepresenteerd. Daarmee hoopt Volkswagen met de nieuwe Jetta ook de Europese harten te veroveren. Wij zochten uit of de Duitsers in die missie zijn geslaagd.
Zet je de Golf en de Jetta naast elkaar, dan zie je dat het Volkswagen inderdaad is gelukt de Jetta nadrukkelijker een eigen gezicht te geven. Als bron van inspiratie diende de New Compact Coupé, een conceptmodel waarmee overduidelijke parallellen zichtbaar zijn. Strakke lijnen bepalen het beeld, waardoor de Jetta naadloos in het uitgebreide assortiment van de Duitse autofabrikant past. Het front van de Jetta vertoont dan ook veel trekjes van het inmiddels bekende familiegezicht, dat ook modellen als de Polo en de Passat siert. Over de Passat gesproken: de Jetta groeide een decimeter in de lengte en benadert z'n grote broer op slechts twaalf centimeter. Van die groei profiteerde ook de wielbasis, met als gevolg dat de bewegingsruimte op de achterbank nu vergelijkbaar is met die in de Passat. De bagageruimte van de nieuwe Jetta slikt een te verwaarlozen 17 liter minder dan voorheen, maar is met een capaciteit van 510 liter nog altijd riant. Merkwaardiger is het dat Volkswagen het moderne gasveersysteem verving door ouderwetse kofferbakbeugels. Da's dus oppassen geblazen voor schade aan je Samsonite!
Niet alleen qua lengte en ruimte benadert de Jetta de Passat. Ook de uitstraling van Volkswagens nieuwe compacte middenklasser is heel aardig te vergelijken met die van de onlangs opgefriste Passat. Net als veel andere Volkswagens oogt de Jetta verre van spannend, maar bij ons nuchtere Nederlanders zal de ingetogen en degelijke uitstraling naar verwachting des te meer in de smaak vallen. Diezelfde sfeer proef je ook achter het stuur. Het dashboard van de Jetta is al net zo eenvoudig vormgegeven als de buitenkant. Nergens kom je overbodige lijnen tegen. Dat is positief voor de ergonomie, maar het betekent ook dat het geheel wel een erg sombere en basic indruk achterlaat. De afwerking van het dashboard is daarentegen wel weer goed. Alles sluit goed op elkaar aan en het materiaalgebruik staat op het niveau dat we van Volkswagen gewend zijn. Dat laatste geldt helaas niet voor de portieren, die met hard plastic zijn bekleed en daardoor dissoneren met de fraaie materialen in de rest van het interieur. Zo kom je her en der toch wat dingetjes tegen waarvan je je afvraagt waarom Volkswagen ze eigenlijk heeft veranderd.
De nieuwe Jetta maakt z'n Europese debuut in een tijd waarin alles bij Volkswagen draait om downsizing. In het begin was het even wennen dat grotere modellen ineens werden aangedreven door motoren met een inhoud die tot voor kort slechts was voorbehouden aan stadsautootjes, maar vandaag de dag lijkt het meer regel dan uitzondering. Volkswagen pakte de trend met beide handen aan en deed dat uitermate effectief, getuige het succes van de TSI-motoren. Nadat de geteste 1.2 TSI eerder al positief verraste in de 150 kg zwaardere Touran zal het niemand verbazen dat ook de Jetta er prima mee van z'n plek komt. Daarbij valt vooral de stille loop van het blok op. Dat is ten dele te danken aan de goede isolatie, maar ook het resultaat als je luistert naar de adviezen van de schakelindicator, die de motor nadrukkelijk laag in de toeren wil houden. Zo spoort de indicator je bij een rustige rijstijl al onder de 2.000 tpm aan om op te schakelen, wat overigens opvallend licht gaat. De tellernaald tikt daarbij nog net niet de bijna onwerkelijk lage 1.000 tpm aan, met als onbedoeld bijgevolg dat de motor niet meer geheel trillingvrij loopt en licht begint te sputteren.
Zeker als je vanuit die lage toerentallen vlug wilt versnellen, merk je dat de Jetta duidelijk even tijd nodig heeft om grote stappen voorwaarts te maken. Als het kleine turbogat eenmaal passé is, wil het wel weer, maar voor een vlotte acceleratie zul je - in het uiterste geval ook op advies van de schakelindicator - soms even een verzet terug moeten schakelen. Met een beheerste rechtervoet volstaan het vermogen van 105 pk en het koppel van 175 Nm echter prima. Bovendien is de 1.2 met een testverbruik van 1 op 15 best zuinig, al kun je volgens Volkswagen op een liter nog vier kilometer verder komen. Tijdens het rijden vallen naast het laagtoerige motorkarakter ook de goede stoelen en de uitgebalanceerde rijeigenschappen van de Jetta op. Zo is de besturing prettig zwaar en aangenaam direct, zonder dat de Jetta ook maar een moment nerveus gaat aanvoelen. Ook het onderstel voelt comfortabel, maar zeker niet zweverig aan. Pas als je de grens opzoekt, voel je de Jetta in bochten licht overhellen, maar gelukkig helpt de elektronica je een handje om je weg weer veilig te kunnen vervolgen.
Zelfs zonder bijna 800 testkilometers verklappen de eigen looks en het eigen onderstel al dat Volkswagen erin geslaagd is de afstand tussen de Jetta en de Golf groter dan ooit te maken. Dankzij z'n afmetingen en royale binnenruimte zou de Jetta zich zelfs zomaar eens in het vaarwater van de Passat kunnen mengen. In details als de harde afwerking van de portieren en de achterhaalde kofferbakbeugels zal de Jetta geen bedreiging vormen voor de Passat. Dat zijn immers zaken die de Passat aanmerkelijk beter voor elkaar heeft en waarop de Jetta ten opzichte van zijn voorloper nota bene heeft ingeleverd. Schrijf de Jetta echter niet gelijk af, want er staat wel een prijsverschil van zo'n zeven mille in het voordeel van de Jetta tegenover. Bij wie de Passat een maatje te groot of te duur vindt, zou de Jetta dan ook wel eens hoog op het lijstje kunnen staan. Met een ruim interieur en fijne rijeigenschappen bewijst de nieuwe Jetta dat zo'n stapje terug - over downsizen gesproken! - helemaal geen straf hoeft te zijn.