Met de Alfa Romeo Junior biedt het Italiaanse merk eindelijk weer een auto in het B-segment, waar de MiTo jarenlang succesvol was. De Junior is een heel andere auto, aangezien door de marktvraag hatchbacks flink worden verdrongen door cross-overs, al dan niet geholpen door elektrokracht. Niet vreemd dus dat Alfa's kleinste nu hoger op de poten staat en bovendien verkrijgbaar is met verschillende typen aandrijflijn. We noemen een volledig elektrische versie met 156 pk, de supersnelle en tevens elektrische Veloce met 280 pk en de mild hybrid 1.2 benzinemotor met 136 pk.
Daar voegt het merk nu een versie met 145 pk aan toe, tevens mild hybrid. Niet zoveel verschil met de andere Junior Ibrida zou je zeggen, maar de afwijking zit 'm in de aandrijving. Een extra elektromotor op de achteras zorgt namelijk voor de vierwielaangedreven versie van de Alfa Romeo. Normaliter zorgt AWD voor veel extra uitstoot en dus meer BPM, maar bij de Junior valt dat erg mee. Tijd dus om te onderzoeken welke meerwaarde de Q4 (de Alfa, niet een Audi) biedt.
Qua uiterlijk zie je bijna geen verschil tussen de voorwiel- en vierwielaangedreven benzineversies. Alfa Romeo wijdt er zelfs geen badges aan, waar bij de Giulia en Stelvio de versies met AWD duidelijk zijn te herkennen door de Q4 emblemen. De echte kenner kan de onderscheidende grille er tussenuit pikken, waar het klassieke Alfa Romeo staat uitgeschreven, men noemt dit het Leggenda-logo. Een leuke twist die wijst op de roemrijke historie van het merk.
Door een andere ophanging en de extra elektromotor zal de auto misschien iets hoger op de poten staan, dit is met het blote oog moeilijk te onderscheiden. Het ontwerp van de Junior (die ooit als Milano het levenslicht zag, maar al snel werd omgedoopt na Italiaans protest) is in de basis al krachtig en sportief, door de brede neus met kenmerkende dagrijverlichting en de in de C-stijl verzonken handgrepen van de achterportieren. Het blijft knap hoe Stellantis verschillende auto's op dezelfde basis uitbrengt, zoals de Jeep Avenger en Fiat 600, terwijl ze nagenoeg geen uiterlijke kenmerken delen. Technisch is dat natuurlijk geheel anders, maar optische onderscheiding is er in overvloed. De Alfa moet veruit het sportiefste en meer premium model op dit onderstel zijn, waar offroadkwaliteiten minder tot de verbeelding spreken dan bij een Avenger. Vandaar dat er in het ontwerp weinig nadruk op de Q4 wordt gelegd, hier geen skid plates of grote kunststof delen.
Binnenin is de Q4 precies aangekleed als iedere andere Junior. Over alle merken heen volgt Stellantis dezelfde strategie: zowel brandstof als elektrisch aangedreven modellen zien er nagenoeg hetzelfde uit. Ten opzichte van een Opel Mokka of Peugeot 2008 biedt de Alfa wel een alternatief interieur, met een naar de bestuurder gekeerd centraal display en een hoge opbouw van het dashboard en de middenconsole. Hierdoor voel je op een prettige manier je ingesloten door het interieur. De startknop is midden op de middenconsole geplaatst, dus in deze Alfa geen startknop het stuurwiel zoals bij de Giulia en Tonale. De plaatsing van de startknop en de schuin eronder geplaatste drive mode schakelaar vinden we minder praktisch, omdat de bereikbaarheid ervan niet ideaal is. Je moet je hand net in een onnatuurlijke hoek plaatsen om de knoppen te bedienen. Kwestie van wennen, lijkt ons zo en over het algemeen is de bediening van de Junior dan ook top.
Er zijn nog genoeg fysieke knoppen voor de aircobediening en het volume en hoewel het multimediascherm iets lager is geplaatst dan in andere modellen, vinden we de bediening ervan net zo fijn. Voor de opbouw van het dashboard is het ook wel mooi dat het scherm echt geïntegreerd is in het dashboard, tegen de trend van de opstaande schermen in. Het stuurwiel is het benoemen waard, want het kleine stuur ligt goed in de hand en is bovendien voldoende uitgebreid te verstellen.
Optioneel kun je het sportpakket aanvinken, waarmee je naast sportstoelen een met alcantara bekleed stuur en dashboard krijgt. Wat ons betreft het opwaarderen waard, want hoewel de standaarduitrusting van de Q4 erg uitgebreid is, missen we in materiaalgebruik wel onderscheiding ten opzichte van zijn goedkopere neven als de Mokka en Avenger. De lay-out is mooi, met turbine ventilatieroosters en een op geborsteld aluminium lijkende sierlijst. Maar met de toevoeging van het sportpakket krijg je een meer premium gevoel bij het binnenste van de Junior.
De standaardstoelen hebben wat ons betreft een vrij korte zitting en missen zijdelingse steun, terwijl de fraaie sportzetels in het sport pack die ondersteuning veel beter bieden. Nadeel is dat de optionele Sabelt sportstoelen het zonder de standaard aanwezige stoelmassage moeten stellen, maar wat ons betreft is daar prima mee te leven. De Junior is zoals gezegd een echte B-segment cross-over en dat betekent dat de verwachtingen van achterpassagiers niet al te hooggespannen moeten zijn. De hoofd- en beenruimte zijn niet overvloedig aanwezig, wat de Alfa één van de minst ruime auto's in het segment maakt. De kofferruimte is ook niet overbemeten, maar biedt wel een vlakke laadvloer en een rechthoekige opening als de standaard elektrisch bedienbare kofferklep is geopend.
Je koopt de Alfa meer dan zijn nuchtere familieleden voor zijn looks en prestaties, want voor interieurruimte zijn er nu eenmaal betere opties beschikbaar. Maakt de Q4 dan de verwachtingen rondom een vierwielaangedreven Alfa Romeo waar? Ja, en nee.
De Junior Q4 biedt net als de voorwielaangedreven versie veel meer weerstand in het stuurwiel dan bijvoorbeeld de Jeep. Het maakt rijden met de auto daardoor plezierig, al voelt het een tikje kunstmatig aan. Wij waarderen de inspanningen die de Italianen hebben geleverd door het rijgedrag onderscheidend te maken van de steeds maar meer uitdijende familie.
Kort gezegd is de Alfa de leukste B-segmenter van Stellantis om mee te rijden, door zijn iets stevigere onderstel en voldoende stuurgevoel. Toch wordt het nergens oncomfortabel, want het onderstel is behoorlijk ingesteld op comfort.
Qua rijbeleving kun je echter net zo goed voor de mild hybride voorwielaangedreven Junior gaan, want de prestaties van de Q4 zijn op bijna geen enkel vlak overstijgend. De gewone Ibrida sprint sneller naar de 100 km/h en heeft dezelfde topsnelheid. De Q4 is dan ook iets zwaarder door de extra elektromotor en andere ophanging. Hoewel we van de 2WD mild hybride Avenger al weten dat deze prima zijn mannetje staat in ruig terrein, is tijdens onze testrit met de Junior Q4 duidelijk dat in bepaalde omstandigheden de vierwielaandrijving zijn meerwaarde biedt. De auto beklimt moeiteloos steile hellingen of modderige heuvelweggetjes. In Nederland zijn echter maar weinig gelegenheden dat deze omstandigheden zich voordoen, dus in dat opzicht kunnen we de Junior Ibrida met voorwielaandrijving meer aanraden.
Daar bespaar je bovendien behoorlijk mee, want de prijzen van de Ibrida Q4 starten bij 42.600 euro. Flink meer dan de gewone Ibrida, maar dat heeft ook met de uitrusting te maken. Alfa Romeo sleutelt standaard het Premium en Techno Pack op de Q4, zodat je altijd beschikt over zaken als de elektrische achterklep, matrix ledverlichting, elektrisch verstelbare stoelen met verwarming en massage en keyless entry. Het sportpakket, metallic kleur en een panoramisch schuifdak kunnen de prijs nog verder opdrijven. De testauto heeft alleen het Navigli Blue met een contrasterende dakkleur en 18 inch Fori wielen als optie, wat de prijs van 44.145 euro verklaart.
Behoorlijk aan de prijs, maar gelet op de vierwielaandrijving en complete uitrusting en het meer premium karakter dat Alfa Romeo heeft is dit ook weer niet schokkend. Zoveel concurrenten zijn er niet met vierwielaandrijving. De prijzen van een vergelijkbaar uitgeruste Lexus LBX[/test starten zo'n beetje rondom dat bedrag en ook een tweewielaangedreven (maar wel iets ruimere) [test=1292]Ford Puma gaat niet snel voor minder weg bij vergelijkbare uitrusting.
Laat je de vierwielaandrijving voor wat die is, dan ben je met de gewone Ibrida een stuk goedkoper uit. In Nederland heb je daar meer dan genoeg aan en door het lagere leeggewicht mis je het klein beetje extra elektrokracht van de Q4 niet. We snappen de welkome toevoeging in Alpenlanden en andere ruige gebieden waar je de Alfa kunt inzetten. Maar je moet dus wel echt overtuigend naar een vierwielaangedreven auto op zoek zijn om de aankoop van de Junior Q4 te rechtvaardigen.