BYD Dolphin Design
Niet alleen goedkoop
Als je voor een compacte elektrische auto wilt gaan, is het aanbod nog beperkt. Je kunt opteren voor een Peugeot e-208 en Opel Corsa-e of de MG 4. Kleiner kan wel met de Dacia Spring en nieuws van Renault en Citroën is onderweg, maar voorlopig is het gros van de verkrijgbare EV's nog een dikke SUV met bijbehorend prijskaartje. Dat moet anders, vindt BYD. Het merk is nu iets meer dan een jaar op de markt in Nederland en verraste ons eerder met de Atto 3.
De Dolphin die we nu aan een test onderwerpen is een stukje kleiner en rijd je al vanaf 29.990 euro. Afgaand op de afmetingen valt de auto in het B-segment, al heeft de auto qua binnenruimte best wat verrassingen in petto. Krijg je met deze Chinees waar voor je geld en hoe bevalt de auto eigenlijk in de praktijk? Dat lees je in deze autotest!
Tikkie bedaagd
Zo op het eerste gezicht denken we niet direct met een gloednieuwe auto te maken te hebben. Het koetswerk van de Dolphin toont niet heel sprankelend en oogt door de ronde vormen bijna als een mini-MPV. Grote raakvlakken met de eerder geteste Atto 3 zien we niet in het ontwerp en dat komt voornamelijk omdat BYD twee compleet verschillende design-families in het leven riep. De Atto 3 maakt deel uit van de Dynasty-reeks, waarin ook grotere modellen als de Han en Tang zich bevinden. De Dolphin is onderdeel van de Ocean-serie, modellen waar BYD doodleuk namen van zeedieren aan geeft.
Zo kennen we inmiddels ook de Seal en Seal U in Nederland, stuk voor stuk wel grotere auto's. De Dolphin houdt het compact, al lijkt de auto op het oog het B-segment te ontstijgen. Het merk heeft overigens wel zijn best gedaan om de auto wat hipper voor de dag te laten komen, want de doorlopende led-verlichting aan de voor- en achterzijde zijn natuurlijk helemaal van deze tijd.
Stevige vouwen in de portieren en lichtmetalen wielen waarin de carrosseriekleur van de auto terugkomt, geven de auto ook een iets stoerder voorkomen. We zijn overigens onderweg met de duurste uitvoering van de Dolphin, wat maakt dat de testauto toch zo'n 37.000 euro kost. Voor dat geld kun je ook in het populaire cross-oversegment gaan shoppen, al zijn de Volvo EX30 en smart #1 met eenzelfde aanschafprijs echt instapmodellen. De topversie van de Dolphin is juist al helemaal afgeladen en zelfs de tweekleurige carrosserie is standaard. Keuze uit veel kleurencombinaties heb je echter niet, want er zijn drie laksoorten beschikbaar. Kies je wit met een zwart dak, dan krijg je andere wielen waarin de carrosseriekleur niet terugkomt.
Kantelen maar
Het binnenste van de Dolphin is een stuk minder smaakgevoelig dan de Atto 3. Je hebt geen keuze in bekledingssoorten of kleuren en het interieur ziet er vanaf de basisversie hetzelfde uit. Dat betekent overigens dat je voor 29.990 euro al elektrisch verstelbare stoelen en kunstlederen bekleding hebt. Het stemmig zwart en grijs moet je ook in de duurste uitvoering op de koop toenemen, wat maakt dat het geheel niet al te vrolijk aandoet. De lichte stiksels in de bekleding zijn eigenlijk de enige vrolijke noot in het interieur, al heeft BYD wel zijn best gedaan door in speelse vormen de ventilatieroosters en bedieningselementen te plaatsen. De bediening is overigens in orde, mede doordat veel functionaliteiten via het grote touchscreen of de stuurwielbediening zijn op te roepen.
Blikvanger is dan ook het grote aanraakscherm, dat net als in andere recente BYD's een kwartslag te draaien is. Een leuke gimmick, al is onze ervaring dat functies zoals Apple Carplay het beste werken in de horizontale stand. Het scherm heeft overigens in iedere uitvoering dezelfde afmetingen en is echt een stuk groter dan bij directe concurrenten. Het reageert bovendien bijzonder snel op aanraakcommando's en het heeft een mooie resolutie. Dat laatste kunnen we niet zeggen van het LCD-schermpje achter het stuur, dat behoorlijk druk aandoet en teveel info geeft om een rustig beeld te bieden. Nog even over de functionaliteiten van het multimediasysteem: je hebt Apple Carplay, maar standaard beschikt de auto ook over een voor geïnstalleerde navigatie-app. Die blinkt echter niet uit in gebruiksvriendelijkheid en moet bovendien na elke stop opnieuw ingesteld worden, omdat de route bij het uitschakelen van het contact wordt gewist. Het tussendoor plannen van laadstops op lange routes blijkt ook veel fijner te werken via bijvoorbeeld Google Maps dan BYD's eigen navigatie.
In de kou
De navigatie is echter niet het enige pijnpunt van de Dolphin, hoewel de meeste zaken met een software-update lijken op te lossen. We vinden de automatische airconditioning benedenmaats, want meerdere keren wordt tijdens de rit de ventilatie volledig uitgeschakeld, waarna de ramen snel beslaan. Bovendien is het gek dat de duurste uitvoering geen regensensor heeft, terwijl dit tegenwoordig bij veel concurrenten vanaf de basisversie standaard is. Tijdens een snellaadsessie kan de auto door de aanwezige warmtepomp het zijn inzittenden wel gerieflijk maken, maar blijkt het alarm ook als de auto niet vergrendeld is, geactiveerd te worden. Toch maar buiten in de kou wachten tot de auto is opgeladen, dus.
Waar scoort de Dolphin wel punten mee? Vooral met zijn binnenruimte, zowel voorin als op de achterbank. Je blijkt goed met vier volwassenen op pad te kunnen met de BYD, waarbij iedere inzittende genoeg hoofd- en beenruimte heeft. De voorstoelen zijn dus elektrisch verstelbaar en vanaf de Comfort-uitvoering ook nog verwarmbaar. Ze zitten niet verkeerd en bieden een prima ondersteuning, ook op de lange rit. Er is ontworpen met de Europese bestuurder in het achterhoofd, want het stuur kan best ver naar je toe versteld worden.
De kofferbak meet 345 liter inhoud, maar als je de achterbank platgooit loopt dat op tot maar liefst 1.310 liter.
Vol vertrouwen
De BYD Dolphin biedt drie verschillende motoropties, waarbij de instapper 95 pk en 180 Nm koppel heeft, terwijl de duurste versies 204 pk en 310 Nm koppel hebben. Daartussen zit nog een 177 pk sterke variant, in de vorm van de Boost-uitvoering. De topversies snellen in zeven seconden naar de 100 km/h, terwijl dat in de goedkoopste Active-uitvoering 12,3 seconden duurt. Belangrijker is het verschil in rijbereik en oplaadsnelheid: de Active en Boost krijgen een 44,9 kWh batterij mee, terwijl de Comfort en Design een 60,48 kWh batterijpakket onder de vloer geplaatst krijgen. Opladen aan de gewone laadpaal gaat bij de grotere batterijen met meer vermogen, aangezien er met driefase kan worden geladen. Het snelladen duurt ongeveer even lang bij de twee batterijversies.
Met zijn ruim 200 pk is de testauto lekker rap, al kan de auto het vermogen en koppel via de voorwielen maar moeilijk kwijt. De vermogensopbouw is niet subtiel, zodat je zonder beleid rijdend al snel met wielspin te maken krijgt. In de Eco-stand is het vermogen een stuk teruggeschroefd en dan vinden we de auto het lekkerst rijden. We kunnen ons daarom goed voorstellen dat je met de 95 pk sterke Active ook prima uit de voeten kunt. Verder blijkt de BYD vooral op comfort gericht, wat we ook goed vinden passen bij de auto. De besturing is licht en de vering zacht. Je wordt daardoor niet echt betrokken bij het rijden, maar mede door het stille interieur blijkt de auto een rustige reisgenoot.
BYD is een wereldspeler die bijna ieder component van de elektrische auto in eigen huis ontwikkelt. Zo ook de batterij, de zogenaamde blade battery die qua vorm, bestanddelen en efficiëntie hoge ogen gooit. De Dolphin komt als Comfort of Design 427 kilometer ver op papier, waar in de koude testweek flink wat van overblijft. We komen zo'n 350 kilometer ver, maar dan is de batterij ook echt zo goed als leeg. Het blijkt dat BYD flink vertrouwen heeft in de batterijtechniek, want met nog 0% op de tellers klapt de snellader er met de volle 88 kW in. Waar andere auto's tot de 10% nog een beetje rustig aan doen, zien we de procenten er bij de BYD vanaf helemaal leeg al bijvliegen. Tot iets meer dan de helft vol blijft het laadvermogen hoog, waardoor je in korte tijd toch zo'n 200 kilometer kunt bijladen. Daarna vlakt het wel iets af, maar met zo'n 35 minuten hebben we de 80 procent bereikt. Je hebt trouwens zes jaar garantie op de Dolphin en op het batterijpakket wordt zelfs acht jaar (of 150.000 km) garantie gegeven. Ook hier blijkt het vertrouwen in de eigen techniek.
De basisversie wordt al voorzien van alle beschikbare veiligheidssystemen, waaronder een dodehoekhulp en adaptieve cruise control. De rijhulpsystemen vinden we wel erg bemoeizuchtig en het ontbreekt ook niet aan onnodige geluidsmeldingen en stuuringrepen, waardoor we ons veel betrappen op een discussie met de Dolphin. Hier dient BYD echt nog wat verfijning aan te brengen.
Wachten op instappers
BYD weet met de Dolphin vanaf 29.990 euro een heel complete en ruime elektrische auto aan te bieden. We zouden zonder meer voor de basisversie gaan, al vinden we oplaadsnelheid en techniek wel erg teruggeschroefd ten opzichte van de duurdere versies. Vooral het 1-fase opladen en 60 kW snelladen staat ons tegen, want het rijbereik van 340 km voor de Active vinden we acceptabel, zeker gelet op de praktijkresultaten van de testauto.
Overigens is het nog even de vraag wanneer de goedkoopste versies van de Dolphin leverbaar worden, want voorlopig kun je alleen de grotere batterij en duurdere uitvoeringen selecteren. Vanaf net geen 36 mille gaat de teller dan lopen en dat vinden we gelet op de bevindingen aan de hoge kant. Met zo'n aanschafprijs bevindt de Dolphin zich in het vaarwater van populaire cross-overs en ook de Atto 3 uit eigen stal komt dan in zicht. Er zitten nog teveel rauwe of ondoordachte kanten aan de Dolphin om zich met die auto's te meten, maar wie weet kan BYD met wat prijsaanpassingen de auto nog iets aantrekkelijker neerzetten.
- Ruim en volwassen
- Rijke standaarduitrusting
- Ook in de praktijk prima rijbereik
- Mist verfijning in rijhulpsystemen
- Aircosysteem werkt niet altijd naar behoren
- Geen regensensor
