De BMW 2 Serie Coupé is een toonbeeld van componenten die je niet vaak meer ziet in autoland. Allereerst: het is een coupé. Slechts 0,2 procent van de verkochte auto's in Nederland is in die carrosserievorm uitgevoerd en dat percentage loopt steeds verder terug. In het segment waarin de BMW opereert komen we met moeite tot een aantal concurrenten.
Daarnaast: de auto is achterwielaangedreven, in tegenstelling tot de 1 Serie die feitelijk tot dezelfde familie behoort. En als laatste: de auto biedt een zescilinder motor, iets wat in dit segment niet veel meer voor komt. Die motorvariant laten we echter nog even ongemoeid, want de 2 Serie Coupé biedt überhaupt genoeg aanleiding tot een nadere kennismaking.
Zoals benoemd in de inleiding behoort de 2 Serie Coupé tot de familie van de 1 Serie, je zou het oneerbiedig de instapfamilie van het Beierse merk kunnen noemen. Waar de 1 Serie, 2 Serie Active Tourer en 2 Serie Gran Coupé hetzelfde onderstel delen, speelt de Coupé leentjebuur bij grote broer 3 Serie. Aangezien dit de enige achterwielaangedreven versie is en de auto optioneel met zescilinders is uit te rusten, is dat de enige manier om het passend te krijgen.
Hoewel het onderstel is ingekort, staat er een behoorlijk grote auto voor onze neus. Het gedrongene van het vorige model is nog wel enigszins aanwezig, maar zeker door de lange neus staat er een behoorlijk imposante auto. Eentje die je sowieso niet snel over het hoofd ziet, daar zorgt het Melbourne Rot metallic wel voor. Samen met de zwarte accenten uit het M Sportpakket staat er een flitsende verschijning, die heel wat hoofden doet omdraaien. Qua uiterlijk pakt de auto het net even anders aan dan zijn familieleden. Zo zijn de nieren van een bescheiden formaat en is de bekende Hofmeister-knik nog steeds aanwezig. Bovendien is het ontwerp rustig gehouden, alleen de brede heupen en de opgeklopte motorkap zorgen voor wat krachttaal. Geen drukke lijnen of overdaad aan sierlijsten, er is een heel tijdloze en originele auto neergezet.
Net als andere nieuwe BMW's zit er nog steeds een smaakgevoelig randje aan, maar dat er geen ingekorte versie van de Gran Coupé is neergezet, kunnen we alleen maar toejuichen.
Binnenin de 2 Serie Coupé zien we dat er ook onderscheiding is aangebracht ten opzichte van familieleden. Het interieur is opgetrokken uit mooie materialen, die goed aanvoelen en rust creëren in de coupé. Geen vlekgevoelig pianolak, maar mooi aluminium dat het dashboard en de middenconsole beslaat. De deurpanelen zijn voorzien van een reliëf en mooie metalen handgrepen. De digitale tellers en multimediascherm zijn bekend, fijn is dat je in de 2 Serie nog steeds beschikt over een iDrive draaicontroller. Noem ons ouderwets, maar in de testweek blijkt dit toch fijner te werken dan het aanraken van het touchscreen.
Je bent verder van alle gemakken voorzien, we noemen dan onder andere draadloze Apple Carplay en een inductie oplaadmogelijkheid voor de smartphone. Kleine tip van onze kant: investeer in het Harman Kardon audiosysteem. De standaard audio is iets te vlak naar onze mening.
Ondanks dat er geen kleine auto is neergezet, heb je niet het idee dat die extra centimeters in het interieur zijn terechtgekomen. De 2 Serie is officieel een vierzitter, maar je vraagt wel wat aan de inzittenden als je echt vier volwassenen wilt vervoeren. Aan de voorstoelen zal het niet liggen, daar zit je als gegoten in. Ze zijn - optioneel - elektrisch te verstellen, ook de lendensteun en de zijwangen. Zo wordt je echt vastgegrepen door de sportzetels, precies wat je wilt bij het betere gooi en smijtwerk waar de auto toe verleidt. De grote stoelen nemen wel de nodige ruimte in en dat merk je achterin. Hoewel de passagiers achterin een eigen klimaatcontrole en armsteun is gegund, kan dat niet verhullen dat langere medereizigers niets te zoeken hebben op de achterstoelen. Voor kinderen of de kleinere medemens is het in ieder geval prima toeven, want de diepe stoelen bieden een zeer goede ondersteuning.
Nog zo'n opsteker: de bagageruimte van de 2 Serie Coupé is erg praktisch, door zijn diepte en rechthoekige vorm. Grote reiskoffers schuif je zo achterin, net als de wekelijkse boodschappen. Een te kleine kofferbak kan dus geen argument zijn om de auto níet aan te schaffen.
Het grootste argument om de auto wél aan te schaffen, zou natuurlijk de rijeigenschappen moeten zijn. Of dat ook zo is? We kunnen je geruststellen, de 2 Serie Coupé gedraagt zich precies zoals je zou hopen bij een achterwielaangedreven BMW. Bijna nostalgisch laat de auto zich door bochten dirigeren, waarbij je precies doorhebt wat er gebeurt onder de voorwielen. Er wordt goed gemaskeerd dat de testauto bijna 1.500 kg weegt, mede door de zeer goede remmen die onderdeel zijn van het sportpakket. De auto kleeft aan de weg, zodat het op droog wegdek nooit spannend wordt.
Daar zit misschien ook het grootste manco van deze motorisering, want de 220i komt eigenlijk kracht tekort om de sportieve aspiraties die het uiterlijk schreeuwt waar te maken. In bochten ben je snel, maar op rechte stukken weet de auto niet te imponeren. De fijne transmissie ten spijt, want met de achttraps automaat die standaard in de 2 Serie Coupé wordt geplaatst bewijst BMW goud in handen te hebben. In de Sportstand voelt de auto logischerwijs het gretigst en dat is dan ook de stand die het beste bij de BMW past. Er komt dan ook meer motorgeluid mee over de speakers, wat de snelheidsbeleving vergroot. De 183 pk en 300 Nm koppel zijn natuurlijk meer dan voldoende om goed met het verkeer mee te komen, maar de 4.000 euro extra voor 245 pk en 400 Nm die BMW met de 230i uit dezelfde motor weet te persen, zijn wat ons betreft goed besteed. Qua praktijkverbruik zal dat ook niet veel schelen, omdat de auto dan minder hard hoeft te werken voor zijn prestaties. De 220i kwam tijdens onze testweek in ieder geval tot een keurige 1 op 13 en met een 52 liter brandstoftank betekent dat een prima rijbereik.
Los van de prestaties kunnen we concluderen dat BMW met de 2 Serie Coupé een echte rijdersmachine heeft neergezet, die veel lichtvoetiger aanvoelt dan zijn fabrieksgewicht doet vermoeden.
Relatief betaalbare achterwielaandrijvers en coupés zijn nagenoeg verdwenen uit de Nederlandse prijslijsten. Zeker als je, wat betreft de aandrijving, EV's niet meerekent. Concurrenten zijn er in de vorm van de Toyota GT86 of Porsche 718 Cayman, al is die laatste qua prijs toch wel van een ander niveau. Blijven de snelle vier- en vijfdeurs versies van Mercedes-Benz en Audi over, maar die zijn qua rijeigenschappen niet te vergelijken.
Je hebt dus iets zeldzaams in handen met de 2 Serie Coupé en we kunnen je ervan verzekeren dat je iedere rit met een lach zal volbrengen. Maar alles heeft zijn prijskaartje, want waar we de Cayman net een stuk duurder noemden, kom je met een beetje overdadig aankruisen van fabrieksopties al snel in dezelfde prijsregionen terecht met deze BMW.
Het snelst gaat dat (ook letterlijk) door de versie met zescilinder te kiezen, die als M240i minimaal 71.380 euro kost. Vierwielaandrijving kost nog eens 6.400 euro extra, terwijl opties als lederen bekleding en een schuifdak de prijs verder opstuwen. Dat merken we ook bij de testauto, die standaard 48.125 euro kost, maar door het vakkundig aanvinken van opties niet minder dan 65.720 euro kost. Grootste boosdoeners zijn het High Executive pakket (3.995 euro) en het M Sportpakket (2.995 euro).
Je moet er dus wel wat voor over hebben om een coupé te rijden. Je levert iets in op gebruiksgemak, maar in welke (premium) c-segment auto heb je nu wel vier volwaardige zitplaatsen?
Je krijgt er een boel rijplezier voor terug, want door de achterwielaandrijving biedt de BMW een directe besturing die je nergens anders in het segment zult vinden. Daarnaast ben je verzekerd van een originele auto, die een hoop bekijks trekt. Ons advies: aangezien het toch al een dure auto is, doe het goed en ga minimaal voor de 230i. Je hebt dan niet alleen de looks, maar ook daadwerkelijk de spieren die bij dit type auto horen.