De jaren '60 en '70 van de vorige eeuw hebben een hoop leuks gebracht op het gebied van de automobielhistorie. Uiteraard kent iedereen de geweldige Amerikaanse creaties, maar ook uit Nederland kwam een bijzondere auto op de markt. Wie kent niet de geweldige buggy's op basis van de Volkswagen Kever? Ruska bouwde in Amsterdam de meest fraaie creaties en op het hoogtepunt verkocht het bedrijf meer dan 300 auto's per jaar. Toen een belastingwijziging op het verbruik van auto's werd ingevoerd, verviel het financiële voordeel op kitcars als deze en verdween het merk langzaam van de markt. In de jaren die volgen, presenteerden autofabrikanten wel enkele concept-cars ter ere van deze carrosserievorm, maar tot een productiemodel kwam het zelden. Hét merk dat historisch gezien de meeste aanspraak maakt op een waardige opvolger is Volkswagen; En daar is de Beetle Dune. Met een hoop uiterlijk vertoon en bijzondere details moet hij oude tijden doen herleven.
Waar de Beetle van zichzelf al een opvallende verschijning is, doet de Dune daar nog een schepje bovenop. Meest in het oog springend zijn de goudkleurige wielen. Kruis je deze aan op de optielijst, dan kun je nooit meer anoniem door het verkeer cruisen. Maar ook als de auto is uitgevoerd met 'normale' wielen, dan is het onderscheid ten opzichte van de andere Beetles goed te zien. Zo vind je zwart kunststof op de spatborden, onderaan de flanken, op de neus en op de achterbumper. Om het stoere karakter extra luister bij te zetten, is de auto voorzien van aluminiumkleurige skidplates rondom en een flinke achterspoiler. Daarbij lijkt de auto een stuk hoger op de wielen te staan, maar dat is gezichtsbedrog. Slechts twee centimeter nam de rijhoogte toe, maar door de zwarte accenten op de spatborden lijkt dit veel meer. Het totaalpakket van de auto zoals wij hem reden, ziet er fraai uit. Dankzij de vele mooie details heb je met de auto een hoop bekijks en krijg je veel positieve reacties.
Waar actiemodellen zich vaak enkel aan de buitenzijde onderscheiden, is dit bij de Beetle niet het geval. Uiteraard is het interieur grotendeels gelijk gebleven, maar door de fraaie details die enkel aan de Dune voorbehouden zijn, is het toch iets bijzonders geworden. Overal vind je goudkleurige stiksels, is er een met leder bekleed stuurwiel met Dune-logo en zit je op sportstoelen. Standaard zit de auto al goed in zijn spullen, maar dankzij - niet al te dure - pakketten zit de door ons gereden Beetle bomvol. Fijne opties zijn het Fender-geluidssysteem - met ledverlichting rondom de speakers in de portieren - het panorama-schuif-kanteldak en de extra tellers op het dashboard. Het comfort staat mede door de fijne stoelen en de berg luxe op een hoog niveau, waarbij het opvallend is dat er slechts voor iets meer dan vijf mille aan optiepakketten is aangekruist. Achterin is weinig plek, maar de kofferruimte is met 310 liter inhoud prima. Dat de Beetle in deze vorm inmiddels zes jaar op de markt is, merk je vooral aan de gebruikte materialen en multimedia. Anders dan bij een Golf of Passat van de nieuwste generatie, vind je niet overal fraaie kunststoffen en is ook het touchscreen niet zo mooi als in de rest van het gamma. Het voldoet echter wel en het geeft ook aan hoe snel de ontwikkeling binnen een merk gaat.
Onder de motorkap van de Dune ligt de allerdikste motor die je überhaupt in een Beetle kunt bestellen: een 2.0 TSI met 220 pk, gekoppeld aan een zestraps DSG-automaat. Dankzij de krachtbron uit onder andere de Golf GTI accelereert hij net binnen de 7 seconden naar de '100' en is de top behaald bij 226 kilometer per uur. Toch maakt het van de Beetle geen GTI, maar meer een GT. Dankzij de iets langere veerwegen nodigt de auto meer uit om langere stukken rechtuit te rijden, dan tot sportief bochtenwerk. Dat wil niet zeggen dat de Dune extreem overhelt in bochten, maar merk je wel dat wat eerder gripverlies optreedt. Heb je al dat vermogen niet nodig, maar wil je wel de 'opsmuk' dan is hij ook te bestellen als 1.2 TSI en 1.4 TSI. Met respectievelijk 105 en 150 pk lever je vooral bij de eerste veel rijplezier in. De dikke tweeliter moet een verbruik kunnen realiseren van 6.8 liter per 100 kilometer. Zoals bijna gebruikelijk hebben we die waarde niet gehaald, maar kwamen we niet verder dan 8.5 liter per 100 kilometer.
Volkswagen heeft de introductie van de Dune aangegrepen om het gamma van de Beetle flink uit te dunnen. Had je voorheen nog een brede keuze in benzine- en dieselmotoren én diverse uitrustingsniveau's, nu kun je enkel kiezen uit de drie eerder genoemde benzinemotoren en twee verschillende niveau's. De prijslijst begint bij de handgeschakelde 1.2 TSI Exclusive Series. Deze staat voor 26.780 euro bij je voor de deur. Voor dat geld koop je een auto die prima in zijn spullen zit met onder andere elektrische ramen, airco, een audio-installatie en lichtmetalen wielen. Deze motor kun je tevens bestellen als Dune, maar een automaat is niet leverbaar. Gek genoeg is de 1.4 TSI altijd voorzien van een automaat en is er de keuze tussen de Exclusive Series en de Dune. Topmotorisering 2.0 TSI is er enkel als Dune en optioneel met automaat. Dezelfde opbouw zien we bij de cabrioversie van de Beetle.
Met het schrappen van een hoop motoren en uitrustingsniveau's lijkt het einde voor de Beetle in zicht. De auto is nooit een groot succes geweest, getuige het feit dat dit jaar MINI al bijna 2.800 exemplaren van het kleinste model verkocht, ten opzichte van slechts 131 Beetles. Toch is de auto het overwegen waard, zeker met de bijzondere Dune-uitmonstering en de erg prettige aandrijflijn in het vooronder. De prijs is fors, maar daarvoor krijg je wel een auto waarvan het totaalplaatje zeker kan concurreren met de MINI. Hopelijk zorgt het jeugdsentiment er bij de Beetle Dune voor dat wat meer consumenten de keuze maken voor deze Volkswagen. Het straatbeeld zal er in ieder geval een stukje leuker door worden.