Met de Prius zette Toyota zich op de kaart als pionier in de zoektocht naar alternatieven voor de fossiele brandstoffen. Vanaf de tweede generatie werd de auto echt mainstream en bleek ook de particulier wel oren te hebben naar een in de praktijk zuinige auto, waarvoor geen wegenbelasting hoefde te worden afgedragen.
Door het welbekende bijtellingsbeleid en een wat behoudender ontwerp, bleek ook de laatste generatie behoorlijk geliefd bij de Nederlandse automobilist.
Maar juist nu de besparing op bijtelling en wegenbelasting niet meer van toepassing is op de Prius (de plug-in komt pas in 2017) , komt Toyota met een auto die qua uiterlijk controversiëler is dan ooit.
Een slimme zet, of een automobiele zelfmoord? Wij zochten het uit in de testweek.
Qua uiterlijk is er geen enkel model dat ook maar in de buurt van de Prius komt, tenzij je de Mirai uit eigen huis in de vergelijking gooit. Van deze auto heeft de Prius behoorlijk wat karaktertrekken geleend, wat de Toyota een buitengewoon uitgesproken auto maakt. En dat moet je wel liggen, want zoals blijkt uit de meningen op straat is dit ontwerp voor veel Nederlanders een te grote uitspatting.
Wat vooral opvalt is dat de auto weer een stuk lager is dan zijn voorganger, om zo tot een lagere luchtweerstand te komen. Dit leidt ook tot een lager zwaartepunt, wat de rijeigenschappen weer ten goede moet komen. De auto oogt enorm modern, maar daardoor ook gevoelig voor de tijdsinvloeden. Dat neemt niet weg dat door de scherpe architectuur een hele herkenbare en onderscheidende auto is gecreëerd. Je rijdt echt in iets bijzonders en dat was bij eerdere modellen in veel mindere mate het geval.
De ontwerpers hebben het publiek met de nieuwe Toyota Prius willen wakker schudden, nadat de auto vanaf 2005 een veel gezien model op de Europese wegen werd. En dat is niet alleen aan de buitenzijde gelukt, want ook binnenin betwijfel je bij het instappen of je niet per ongeluk in een concept car bent beland. Vooral de wit gelakte panelen doen bijna zeer aan de ogen, maar desgewenst kan er ook een laagje carbonlook-folie worden aangebracht. Het dashboard is behoorlijk druk, met allerlei lampjes en meerdere schermen, waardoor het wel even duurt voordat je je thuis voelt in de Prius.
Het multimediasysteem is voorzien van een hele rits knoppen, wat dan weer minder hightech staat. Het systeem werkt verder wel erg prettig en wanneer je eenmaal wegwijs bent in de menu's kun je hele nuttige informatie opvragen, over bijvoorbeeld het verbruik van de motoren. Verder beschik je over een draadloze oplader voor de smartphone, maar dan moet je wel over een Google Android-toestel beschikken. Bezitters van overige smartphonemerken vissen dus achter het net, want voor deze toestellen zal ook geen mogelijkheid tot draadloos opladen komen.
De Prius beschikt nog steeds over het kenmerkende pookje om de auto in de versnelling te zetten en ook het pedaal voor de parkeerrem is nog present. Doordat de auto een stuk lager is geworden, zit je ook een stuk lager dan voorheen, waardoor je niet meer het gevoel hebt dat je 'op de bok' zit. Bovendien is de ondersteuning van de voorstoelen flink verbeterd, waardoor je echt goed op je plek gehouden wordt. Grote misstappen worden door Toyota niet begaan in het interieur, want alles voelt kwalitatief hoogwaardig aan.
Door de rustige aandrijflijn en de goede isolering is de auto uitzonderlijk stil en wordt je tijdens het rijden nauwelijks gestoord door bandengerol en windgeruis. De embleempjes van het Audiosysteem reflecteren wel hinderlijk in de voorruit, maar dat doet niets af aan de ervaring dat de Prius een hele fijne reiswagen is, die ook op de achterbank voldoende ruim is. Qua opbergvakjes en kofferruimte loopt de auto keurig in de pas met het middensegment.
Nu het aantal (plug-in) hybrides enorm is toegenomen, probeert Toyota op een andere markt te mikken. Namelijk die van de dieselrijders, want op die brandstof heeft Toyota het voornamelijk voorzien. Het belang van dieselmotoren neemt volgens de Japanse autobouwer fors af, waardoor het de ontwikkeling van eigen dieselmotoren op een lager pitje zette. Om die reden betrekt Toyota ook dieselmotoren van BMW voor bijvoorbeeld de Avensis. En dat de bewering van Toyota niet ongefundeerd is, blijkt wel uit de wereldwijd beperkte vraag naar olieverstokers.
Met de Prius moeten de voordelen van een diesel gecombineerd worden met de milieuvriendelijkheid van een semi-elektrische auto. Plug-ins hebben het nadeel dat de elektrische actieradius beperkt is, terwijl de benzinemotor de beschikking heeft over een kleine brandstoftank. Met de Prius kun je op een volle tank bijna 900 kilometer rijden, wat net zo ver is als bij een dieselmotor met een vergelijkbare tankinhoud. Een bijzondere prestatie dus, terwijl je daar niet eens overdreven je best voor moet doen. Zo kwam het testverbruik uit op 4,2 liter op de 100 kilometer, terwijl daar niet veel moeite voor is gedaan. De auto bevalt ook het beste als je geleidelijk met het verkeer meerijdt, hoewel de motor bij het dieper intrappen van het gas veel beschaafder klinkt dan het geloei van weleer.
Bovendien is de auto door het lagere zwaartepunt veel plezieriger om te rijden. De besturing is nog steeds een tikje vaag, maar de wegligging is gewoonweg goed, waardoor de auto veel vertrouwen wekt in bochten. Zo'n rijdersauto als het nieuwste type was de Prius nooit, dus op dat gebied hebben de ingenieurs puik werk verricht.
Ook de CVT-automaat wekt niet zoveel ergernis meer op als voorheen. Het versnellen voelt veel natuurlijker aan en doordat de geluidsproductie duidelijk minder is dan voorheen, rijdt de auto echt comfortabel.
Op het gebied van milieuvriendelijkheid en rijcomfort pakt de Prius punten, maar er is nog een belangrijke pijler waarop de auto kan bouwen. De auto is standaard namelijk al voorzien van een hoop veiligheidsvoorzieningen, gebundeld in het Toyota Safety Sense-pakket. Daardoor remt de auto automatisch bij een dreigende aanrijding, ook voor voetgangers en fietsers.
Bovendien is er een adaptieve cruise control in huis, die zelfs tijdens filerijden een gepaste afstand tussen de Prius en een voorganger houdt, zonder dat je zelf hoeft te remmen of gas te geven. Als kers op de taart zijn ook multi-LED koplampen op iedere Prius aanwezig. Vanaf het tweede uitrustingsniveau beschik je tevens over een dodehoekhulp en een waarschuwingssysteem voor kruisend verkeer, bijvoorbeeld bij het uitrijden van een parkeerhaven.
Prik eens door het markante uiterlijk heen en de cynische glimlach op je gezicht zal algauw plaatsmaken voor een begripvolle frons. Niemand stapt onbevooroordeeld in bij een auto en daar heeft de Prius behoorlijk wat last van. Maar uiteindelijk blijkt de auto hele sterke kanten te hebben. Zelfs zonder bijtellingsvoordeel (21 procent namelijk) en vrijstelling van MRB is de auto een weloverwogen keuze; het is volgens Toyota theoretisch gezien de zuinigste auto op fossiele brandstof zonder stekker en met zijn leeggewicht van 1350 kilo is de auto ook niet overdreven zwaar. En wanneer een hoge efficiëntie op een lager plekje staat op het verlanglijstje, kun je je altijd nog laten verleiden door standaard opties als keyless entry, een head-up display en climate control, naast de altijd aanwezige automaat.
Nuchter gezien zal de Prius in Nederland nooit het succes van zijn voorgangers evenaren. Daarvoor is de auto té uitgesproken en zijn de stimulansen te beperkt. Maar voor de liefhebbers van de techniek van de Prius is er hoop, want met de C-HR komt Toyota later dit jaar met een veel stoerder alternatief, voorzien van dezelfde techniek. Daarvoor dus nog even geduld, maar tot die tijd is de Toyota Prius voor diegenen die op zoek zijn naar een zuinige en comfortabele auto en maling hebben aan wat anderen van hun auto vinden helemaal geen slechte keuze.