Als er één auto is die het merk Jaguar definitief op de kaart heeft gezet, is het wel de E-Type. Door z'n prachtig vormgegeven carrosserie heeft hij zelfs een plaatsje gekregen in het New York Museum of Modern Art. De opvolgers van de E-Type - de XJ-S en de XK's - haalden het qua schoonheid en puurheid niet bij de E-Type. Bijna 40 jaar nadat de laatste 'E' van de band liep, introduceert Jaguar de F-Type. Niet alleen zijn naam lijkt op die van z'n voorouder, ook de wulpse lijnen hebben er veel van weg. Of Jaguars jongste het ook in zich heeft om een icoon te worden, moet blijken uit een test.
Dat het ontwerp van de E-Type dusdanig gewaardeerd wordt, is niet zo vanzelfsprekend als het lijkt. Nooit is de auto getekend om alleen mooi te zijn; de lijnen zijn vooral ontstaan uit aerodynamisch oogpunt. Jaguar heeft gemeend om de herkenbare lijnen van de klassieker - zoals de relatief lange motorkap, de rechtopstaande voorruit, de wulpse lijnen over de achterspatborden en de spits toelopende kont - over te brengen naar de F-Type. Waar retro-auto's vaak té gemaakt zijn, is het resultaat in het geval van de Jaguar verbluffend. Hij is direct als Jaguar herkenbaar, maar ondanks de overgenomen designelementen is het zeker geen retromobiel.
Bestel je de auto zoals wij hem reden - dus met de drieliter V6 - dan steken er twee vuistdikke uitlaatpijpen centraal onder de achterbumper vandaan. Historisch gezien verantwoord, maar wat ons betreft ook esthetisch gezien beter dan de twee uitlaten aan iedere zijde, waarover de V8 beschikt. Het totaalplaatje van de F-Type klopt op alle fronten en zelfs met het dak gesloten staat er een prachtige auto, die voor veel opgestoken duimen zorgt.
Waar de buitenzijde getooid is met wulpse lijnen, is het binnenin strak en functioneel en vooral gericht op een goede zitpositie. Alles zit op de plek waar je het verwacht en de bediening is eenvoudig. Dat geldt helaas niet voor het multimediasysteem, dat we kennen uit diverse andere Jaguars en Land Rovers. Het werkt niet alleen omslachtig, maar ook de graphics zijn niet al te best. Zo doen de navigatiekaarten verouderd aan en is het beeld dat de achteruitrijcamera geeft niet bepaald scherp. Wat ons meer stoort aan het interieur is de zeer beperkte opbergruimte. Onder de achterklep vind je een ruimte die de naam 'kofferbak' eigenlijk niet mag dragen. Al is de inhoud nog 196 liter, de hoogte is net genoeg voor een reservewiel.
Maar genoeg geklaagd. De door ons gereden F-Type is voorzien van fantastisch zittende - en veelvoudig te verstellen - sportstoelen, die samen met het uitvoerig verstelbare stuurwiel voor een perfecte zitpositie zorgen. Brede wangen zorgen er tevens voor dat je in rap genomen bochten niet van de stoel glijdt. Ondanks de lage zit is de auto verrassend overzichtelijk, al is dat pluspunt verdwenen als je de kap sluit. Een uit de middenconsole verschijnende knop voor de automaat (zoals bij de XF) heeft de F-Type niet. Toch kent het interieur wel een paar andere fraaie details, die het vermelden waard zijn. Zo komen de luchtroosters pas uit het dashboard omhoog als deze nodig zijn. Samen met het rode, pulserende licht in de startknop geven de details het interieur toch wat flair.
Rijden met de F-Type is in één woord verslavend. Z'n 380 pk sterke geblazen zescilinder heeft ruim voldoende vermogen in huis voor een enorme versnelling, of het nu vanuit stilstand of bij een tussenacceleratie is. Deze versnelling is mede mogelijk door de snel schakelende sequentiële 8-versnellingsbak. In de automatische stand gaat het soepel en snel, maar voor meer plezier bepaal je natuurlijk zelf de verzetten via de flippers achter het stuur. Vanuit stilstand wordt de '100' gehaald binnen vijf seconden en uiteindelijk bedraagt de top 275 km/h. Dat laatste hebben we - omwille van ons rijbewijs - niet geprobeerd, maar we geloven de engineers van Jaguar op hun woord.
Niet alleen op rechte stukken presteert de Brit buitengewoon, ook bochten kun je met hoge snelheden bedwingen. Stuurgevoel en grip zijn er plenty en hoewel we het op aandringen van de importeur niet hebben geprobeerd, schijnt beheerst driften een peulenschil te zijn. Het stuur- en weggedrag is niet perfect en uitgebalanceerd zoals bijvoorbeeld bij een Porsche Boxster, maar het spektakel is er juist daarom groter door. Ondanks zijn uitgesproken sportieve karakter is de F-Type niet keihard. Zelfs op klinkerweggetjes blijft het stuiteren beperkt en blijkt de auto verrassend comfortabel. Ook het verbruik blijft bij rustig rijgedrag binnen de perken: tijdens een rit over enkel snelwegen haalden we een gemiddeld verbruik van 1 liter per 11 kilometer.
We schreven dat het interieur vooral zakelijk en strak was. Gelukkig vergeet je dat snel wanneer je het goudkleurige schakelaartje links van de pook naar je toe haalt. Met die schakelaar activeer je de dynamische modus van de F-Type. Dat de gasrespons wat vinniger wordt is prettig, maar wat deze modus vooral tot een feest maakt, is het uitlaatgeluid. In de 'normale' stand hoor je de typische V6-sound vanuit de uitlaat en bij het terugschakelen zorgt het tussengas voor een licht geknetter. Dat geknetter verandert in de meest dynamische modus in zwaar geplof waar zelfs een rallyauto jaloers op zou worden. Het motorgeluid klinkt een tandje zwaarder en als je schakelt bij zo'n 3.000 rpm, verandert het geluid in dat van een Formule 1-auto uit de jaren '60. Gelijkmatig met de neiging om steeds weer te accelereren om van de geluidssensatie te genieten, neemt ook het verbruik toe naar 1 op 6,5.
Besluit je een F-Type aan te schaffen, dan moet je minimaal 90 mille meenemen. Voor dat bedrag koop je V6 met 340 pk. Wil je de door ons gereden 'S', dan begin je bij 104.000 euro. Voor dat geld heb je al een behoorlijk complete auto, die ten opzichte van de basis-V6 is voorzien van de dynamische modus en 40 pk extra. Wil je nog meer vermogen - hoe overbodig dat ook lijkt - dan is er nog de V8 met 495 pk, die voor 140.000 euro in de prijslijsten staat. Voor de gelegenheid was onze testauto aangekleed met wat opties zoals de uitvoerig verstelbare stoelen, metallic lak, een luxer audiosysteem en kleine zaken zoals verlichte instaplijsten en verwarmbare stoelen. In totaal kost de auto net iets meer dan 125 mille. Da's niet voor iedereen weggelegd, maar áls je het kunt permitteren, kunnen we ons weinig andere auto's voorstellen waar je zó van gaat genieten.