Renault Mégane Coupé-Cabriolet
TCe 130 Dynamique

Pawel Piotrowski - 19 augustus 2010

Topless française

Terwijl de aandacht grotendeels naar een nieuwe kleinere cabriolet van Renault gaat, heeft het Franse merk dit voorjaar tevens de Mégane voor de derde keer op rij onthoofd. Met deze Coupé-Cabriolet is het Mégane gamma nu definitief compleet, maar moeten wij daar wel tevreden mee zijn? Van de grotere en fraaiere Laguna Coupé ontbreekt nog steeds een versie met open dak. Dat zo'n grotere cabriolet enkele duizenden euro's duurder uit zou pakken is evident en van een Mégane afgeleide kan Renault dus meer eenheden afzetten. Is de Mégane Coupé-Cabriolet puur een volumemodel, of toch een auto voor individualisten, zoals het merk zich graag profileert?

Camouflagepak

Bij het zien van de eerste beelden van de Mégane Coupé-Cabriolet hadden wij zo onze twijfels over de esthetiek van het model. Een tweedelig klapdak, een lange kofferklep en een hoge kont hebben in de meeste gevallen geen positieve uitwerking op de proporties van een auto. De designers hebben wel aandacht besteed aan de camouflage van dit euvel. Zo zijn er diverse chroomaccenten aangebracht en is de glazen hardtop in alle gevallen hoogglans zwart uitgevoerd. Vooral bij een lichtere carrosseriekleur zorgt dit voor een contrasterend aanzicht. Maar ook op onze zwarte Mégane schittert de matchromen A-stijl je tegemoet. Met geopend dak staat er een veel evenwichtigere auto voor je neus, al is de achterkant van de Mégane nog steeds opvallend hoog en het Renault gehalte opvallend laag. De achterlichten ogen inspiratieloos en inwisselbaar, slechts een prominent geplaatste naambadge duidt op de familiebanden met de modellenlijn. Hier is de Mégane Coupé-Cabriolet duidelijk meer 'volume' dan 'individueel'. Renault had hier beter stijlkenmerken van de grotere Laguna Coupé kunnen gebruiken, die naar onze mening over één van de meest smaakvolle derrières in autoland beschikt.

Geen Avantime-deuren

Een auto zoals deze Coupé-Cabriolet koop je vooral om er open mee te rijden. Wanneer dit niet kan zit je in de meeste gevallen in een donker interieur dat zich niet weet te onderscheiden van overige familiebroeders. Het glazen klapdak van de Mégane zorgt echter ook tijdens donkere dagen voor veel daglicht in het mooi afgewerkte interieur. Instappen gaat door de lange conventionele deuren lastiger dan bij de revolutionaire Renault Avantime, die van een bijzonder deurmechanisme was voorzien. Voor de individuele ambiance zorgen de sportief gesneden lederen zetels. Die zien er niet alleen mooi uit, maar zitten ook heerlijk comfortabel. Een puntje van kritiek is de instelbaarheid. Met name de bestuurderstoel kan niet voldoende ver omlaag, een typisch Renault kwaaltje. Typisch Frans is ook de sfeer die het interieur met zijn speelsheid ademt. Dat begint al met de rechthoekige sleutelkaart en eindigt bij de digitale tellers. Deze eigenzinnigheid kenmerkt Renault en openbaart een volgend veel voorkomend manco, namelijk de afleesbaarheid van het instrumentarium. Met name het brandstofniveau is aan de hand van de digitale blokjes lastig te peilen en de boordcomputer toont de actieradius met stappen van vijftig kilometer. Zo kan het dus gebeuren dat je op de Route du Soleil opeens met een bijna lege tank komt te staan. Maar dat hoort net zo bij de beleving van Renault als de obligatoire Julien Clerc CD in de Carminat installatie. Deze maakt gebruik van het kaartmateriaal van TomTom waarop je wel met een gerust hart op kunt vertrouwen.

Levendige turbomotor

Renault levert de Mégane Coupé-Cabriolet vooralsnog met vier benzinemotoren en één diesel. Wij namen de moderne 1.4 TCe - wat staat voor Turbo Control Efficiency - mee welke met een vermogen van 130pk precies tussen de ongeblazen 1.6 en 2.0 valt. Wel is dit de snelste van de drie, met dank aan het hoge koppel van 190Nm. Daarnaast is de sterkere 2.0 slechts met sequentiële automaat leverbaar wat zich weerspiegelt in de prestaties. De compacte TCe motor karakteriseert zich als een zeer soepel en aangenaam blok. Het blokje is gekoppeld aan een handbak met zes versnellingen en deze kent relatief korte overbrengingsverhoudingen. Daarmee is het makkelijker om het compacte turboblok bij de les te houden. Onder normale rijomstandigheden rijd je door de afstemmingen in principe altijd boven de 2.000 toeren en wordt het turbogat, dat zich onder deze grens bevindt, vermeden. Het resultaat is een levendig aanvoelende motor die de Mégane goed van zijn plek weet te krijgen. Daarnaast is er altijd voldoende trekkracht voorhanden doordat vanaf 2.000 toeren het volledige koppel ter beschikking staat. Keerzijde van deze afstemming is dat het blokje bij hogere snelheden relatief veel toeren draait en hoorbaar aanwezig is. In de zesde versnelling draait de motor bij 100km/h net geen 3.000 toeren, bij 120km/h is dit al 3.400 toeren. Dit werkt zich ook negatief uit op het brandstofverbruik. Wij behaalden een gemiddelde van 8,2 liter per 100 kilometer en dat is best mager voor een dergelijk blok.

Très dynamique

Over de rijeigenschappen zijn wij positief gestemd. Bij een Coupé-Cabriolet hoort een comfortabel karakter en daarin stelt de Mégane niet teleur. De afstemming van het onderstel is een compromis tussen comfort en dynamiek en de Renault wordt onder geen omstandigheid zweverig. Wel deint de lange achterkant bij oneffenheden soms na, wat duidt op het hoge dakgewicht dat de achteras te verwerken krijgt. Toch voelt de auto goed gebalanceerd aan en helt de koets in bochten beperkt over. Daarbij past de communicatieve besturing die voldoende direct is. De indirectheid die de voorgaande modellen kenschetste lijkt daarmee definitief vergane glorie. Een kritiekpunt vormt wel de versnellingsbak. Deze is weliswaar prima afgestemd op de motor, maar kent uiterst lange slagen en laat zich nogal stroef bedienen. Vooral de derde versnelling is bij snelle verzetswissels lastig in te leggen. Maar daarvoor is deze Mégane dan ook niet gemaakt. Het is veeleer een auto om rustig mee door de Provence te toeren en daarvoor is de Mégane prima geschikt.

Bijdetijds

Komen wij nu terug op de introductie van dit verhaal. Uiteraard is de Renault Mégane Coupé-Cabriolet een volumemodel dat zoveel mogelijk mensen aan moet spreken. Daarmee zijn de Fransen wat ons betreft prima in geslaagd. Het is een auto voor Jan en alleman en de Mégane zal niemand choqueren met een typisch Frans zweverig weggedrag of een indirecte besturing. Ook het interieur zal liefhebbers van Duitse degelijkheid weten te overtuigen, al laat Renault hier en daar een paar kleine steekjes vallen door haar koppige eigenzinnigheid. Maar juist dergelijke creatieve details maken er een onvervalst Franse auto van, die ook de echte Fransrijders zal weten aan te spreken. Renault heeft kortom met de Mégane Coupe-Cabriolet een mooie troef in handen, die weliswaar weinig individueel en revolutionair is, maar des te meer bij de tijd.

  • Levendige turbomotor
  • Communicatief karakter
  • Comfortabel én dynamisch
  • Verbruik valt tegen
  • Geen echte vierzitter
  • Volumineuze achterkant