Iedereen kent het gevoel wel: soms wordt rationeel denken overschaduwd door emotionele gevoelens. Bij een auto denk je dan niet meer na over zaken zoals gebruiksgemak en financiën. Je laat je grijpen door charisma en je gevoel spreekt het laatste woord bij de ondertekening van het koopcontract. Een fenomeen dat uitstekend toepasbaar is op de open variant van de populaire 500. Een weekje met het dak omlaag in de 500C zorgde ook bij ons voor een gevecht met de objectiviteit.
Steeds als je naar de 500C kijkt en telkens als je erin rijdt gebeurt het volgende: je krijgt een onbetaalbaar gelukkig gevoel. Hij pakt je in met zijn sfeervolle stoffen roldakje en zijn geslaagde retrolook. De schitterende donkere velgen - evenals xenonverlichting standaard op de 500C - geven hem een prachtige présence en hij is onovertroffen charmant als het dak in geopende toestand zo fantastisch geplooid op de kofferdeksel ligt. Je moet wel van ijskoude en ongevoelige aard zijn om niet te kunnen begrijpen dat slechts het uiterlijk van de 500C een reden is om een dergelijke herinterpretatie van het welbekende 'rugzakje' op je oprit te zetten.
Ook het interieur is zo innemend als het uiterlijk. Niet overstyled vormgegeven en met de vele ronde elementen en de in carrosseriekleur gespoten vlakken heerst er een prettig retrogevoel. Als je verder gaat kijken en probeert je emotie weg te vlakken, dan zie je dat er wel wat aan te merken is op het interieur. De plastics zijn hier en daar ouderwets hard en bijvoorbeeld de bedieningsknoppen van de zijruiten zijn van een enorme grofheid. Daarnaast heb je problemen om je spulletjes kwijt te kunnen. Het vakje onder de airbag moet voor een dashboardkastje doorgaan en is zelfs niet groot genoeg voor het instructieboekje. Ook de deurvakken zijn klein en het enige dat er dan nog overblijft is een bekerhouder die maar net hoog genoeg is om je flesje water rechtop te laten staan. Daarentegen moet een van de belangrijkste standaardvoorzieningen van de 500C een compliment krijgen: de standaard gemonteerde audioinstallatie laat een heel goed geluid horen. Heerlijk als je met wat vriendjes en vriendinnetjes op een lekkere zomeravond naar de ijssalon cruist.
Dat kan ook slechts bij mooi weer, want alleen met het dak open is er hoofdruimte achterin. Een beetje inschikkelijke mensen voorin, zorgen er dan tevens voor dat de zitruimte voor vier personen heel niet slecht is. Wel zitten de voorpassagiers een beetje 'op de bok' en hebben de stoelen net te weinig zitvorm. Maar voor nog geen twintig mille cruise en flaneer je dan wel met zijn vieren in een cabriolet! En daarvoor is de 500C ondanks zijn niet zo vlotte 1.2 en gewenning vragende semi-automaat perfect. Deze automaat zorgt weliswaar voor een lager brandstofverbruik, maar schakelt vrij bruusk en vertraagd over. Soms dusdanig dat inzittenden uit hun stoel komen en dan gaat het nog niet eens over flink gas geven. Want met zijn 68 pk en 102 Nm heeft de 1.2 niets aan kracht over en daarom is af en toe flink doorgassen wel nodig om het verkeer te volgen. Dat de automaat het dan niet zo lekker kan volgen, behoeft geen uitleg. Het devies is om de bak in de 'eco'-stand te zetten, want dan schakelt hij vroeg op en wordt het oncomfortabele overschakelen iets ingeperkt.
Maar nu wordt het leuk! Want wat kun je ondanks de automaat en het niet zo vlotte machientje toch ongenadig hard de hoek om met een 500! Als je de motor op toeren houdt en het schakelen zoveel mogelijk vermijdt, krijg je het fijne gevoel dat je een lekker potje aan het sturen en pushen bent. Een typisch stadsracertje met zijn op de hoeken geplaatste wielen en de directe besturing. De wegligging is zeer strak en de auto gaat zonder onder- en overstuur de bocht door: inclusief de straffe afstemming van vering en demping is het net een kart. Wat opvalt is dat er bij zulk dynamisch bochtenwerk of op oneffenheden af en toe een kraakje door de auto heen gaat: het cabriodak heeft er merkbaar voor gezorgd dat de 500C aan stijfheid heeft ingeboet. Dat zou je niet verwachten als je de enorme c-stijlen ziet, die tezamen met het minuscule achterruitje of het naar beneden gevouwen dak het zicht naar achteren compleet wegnemen. Heel fijn dat Fiat de 500C standaard van parkeersensoren voorziet. Een ander nadeel van het open dak is het windgeruis dat zowel in open als gesloten toestand onevenredig met de snelheid toeneemt. Nu heeft de 1.2 op hogere snelheden sowieso niet zoveel te vertellen en mede omdat we vooral gecruisd hebben is een gemiddeld testverbruik van pakweg 1:15 dan ook niet zo bijzonder als Fiat zou willen.
Een 500C wordt niet gekocht vanwege zijn fijne weggedrag of de zitruimte voor vier volwassenen. Natuurlijk zijn het uiterlijk en het levensgenietergevoel dat de 500C zijn berijder geeft, de bekende aankoopmotieven. Dat je er ook lekker mee kunt 'hoeken' of dat je met vier volwassenen iedereen de ogen kunt uitsteken is een mooie bijvangst. Toch is er nog wel wat aan te merken op de 500C. Het grootste nadeel is de zwakke 1.2 met de onwillige Dualogic en dat nadeel verdwijnt met de aanschaf van een handgeschakelde 1.4 16V. Wat rest is weinig aflegruimte, het verdwenen zicht naar achteren en het behoorlijke windgeruis van het cabriodak. Het gevecht met de objectiviteit kan deze manco's niet verhullen, maar de emotie vergeeft het de 500C wel.
Fotografie: Leonie Wagenaar & Martijn Koevoets