Moord en brand werd er geschreeuwd toen Volvo bekend maakte dat hun paradepaarden werden voorzien van een dieselmotor met slechts 1.6 liter inhoud en maar 109 pk. Sloeg Volvo in groene waanzin niet te ver door om de gerespecteerde kwaliteiten van de S80 en de V70 naar een meer biologisch verantwoord plan te tillen met deze veel te licht lijkende motor? Een week met meer dan 800 testkilometers in een S80 1.6D DRIVe levert een genuanceerd antwoord op.
Een indrukwekkende dieselgeschiedenis heeft Volvo niet. Zelfontbranders werden doorgaans van VAG en Renault geleend en pas in 2001 kwam Volvo met de D5 met een zelf ontwikkelde dieselmotor op de markt. En wat voor een marktentree was dat - de media vielen zowat over elkaar heen om de motor de hemel in te prijzen. Een eenmalig schouwspel, aangezien de D5 de concurrentieontwikkeling in de daaropvolgende jaren niet kon bijbenen. De combinatie van prestaties, verbruik en uitstoot maakten deze vijfcilinder tot steeds minder geaccepteerd in de klimaathype. Na de introductie van de 2.0D werd de zakelijk en neutraal gestileerde S80 al gedownsized, maar de nieuwe 1.6D DRIVe moet het met een opgegeven verbruik van 4.9L/100KM helemaal maken.
Geen loze belofte van Volvo, want met een testverbruik van slechts 5.9L/100KM wordt een topwaarde neergezet in deze klasse. Een 520d, een E200 CDI of een A6 2.0TDIe haalt dergelijke waarden niet. Zij bieden echter wel behoorlijke prestaties, want een snelheidskoning is de S80 1.6D DRIVe geenszins. Ondergemotoriseerd is voor velen het correcte woord, hoewel dat waarschijnlijk meer met tegenwoordige referenties te maken heeft dan met een echt langzame auto. Tot een snelheid van 120 km/h is de S80 prima gangbaar als 1.6D DRIVe en na lang aandringen staat er - voor wat het waard is - 180 km/h op de teller. Inhaalacties zijn de enige momenten dat je echt geconfronteerd wordt met slechts 109 pk. Dan moet je vanwege de lange bakverhoudingen terugschakelen om de 240 Nm ter beschikking te krijgen. Zulke overbrengingen zijn weliswaar verbruiksgunstig, maar fnuikend voor de krachtsontplooiing van een relatief zwakke motor.
De auto schakelt gelukkig degelijk en zeker, bij bepaalde snelheden 'hangt' hij echter tussen twee versnellingen in en de schakelindicator weet het dan ook wel eens even niet meer. Het vijfde verzet ontpopt zich als een echte overdrive - opvallend genoeg heeft de DRIVe geen zesbak. Daarbij scheelt het dat de 1.6D zijn een bijna turbogatloze motor is. Ook in de S80 merk je niets van een plotselinge krachtsduw en bij korte invoegstroken is dat prettig als je tot een flinke 3.500 toeren door moet halen om een passende invoegsnelheid te bereiken. Lichtelijk beledigend voor een dergelijke statusvolle auto, maar het zijn offers die je brengt om met een aanzienlijke S80 een statement te maken in de hoedanigheid van de spaarzame en 'groene' DRIVe.
Dan komen we dus toch onherroepelijk bij de imagokwestie aan. Op een Volvo heeft niemand iets tegen - zeker niet als milieubewuste DRIVe. De auto polariseert niet en biedt een vrijwel onbevlekt imago voor mensen die houden van 'een andere keuze' of de S80-capaciteiten waarderen. Comfort is namelijk het aloude adagium bij de grootste sedans van Volvo en juist door de non-attractie van de motor ga je daar sterk van genieten. Dat betekent wel dat de S80 geen satisfactie geeft op sportief gebied. De besturing is weinig gevoelig en het iets te dikke stuur biedt weinig feedback, maar is niet irriterend licht. Ook een communicerend onderstel stond niet centraal tijdens de ontwikkeling.
Daarentegen biedt de S80 dus ook als DRIVe de bewezen en vooral gewaardeerde Volvo-kwaliteiten. Clichématig worden welhaast de uitnemende stoelen, die zich ook handbediend naar ieder postuur perfect laten instellen. Eveneens bekend is het fraaie en mooi afgewerkte dashboard met de overzichtelijkheid en bijzonder eenvoudige bediening. Zelfs het navigatiesysteem laat zich kinderlijk makkelijk via een stuurwielbediening instellen. Het zijn allemaal facetten die het algehele comfort van de S80 vormen. Ook het geluidscomfort van de DRIVe is absoluut klasse. Met een kleine viercilinder dieselmotor blijft de S80 een stille auto. Slechts het accelereren brengt de bekende dieselrauwheid - op constante snelheid merk je slechts het bandengeruis van de forse banden die onder de testauto lagen.
Aansluitend daarop moeten er nog twee nadelige gevolgen worden vermeld: enerzijds de spoorvorming die met deze 245'ers in 18 inch optreedt en anderzijds de trillingen die de motor doorgeeft via zowel het stuur als via de voorstoelen. Een smet op het comfortblazoen van het zo fijne langeafstandscomfort dat de S80 zo geliefd maakt onder directieleden en politici. De subjectieve rust, de hoogwaardige stoelen en het soepele veer- en dempgedrag zijn verantwoordelijk voor dit imago en ook onze 1.6D DRIVe bevestigt dat. Lange afstanden zonder tankbeurt overigens: met 70 liter tankinhoud is de actieradius met ons verbruik bijna 1200 kilometer. Voor rustige cruisers met een zuinigheidstik is de 1.6D DRIVe dan ook een prima keuze.
Een genuanceerd beeld werd er in de inleiding beloofd en die is er dan ook voor de S80 1.6D DRIVe. Deze motor is zeker het minimale dat de forse S80 moet hebben, maar is niet dusdanig zwak dat de auto chronisch te langzaam is. Dat wordt hij pas op hogere snelheden of bij inhaalacties, die een terugschakelactie vereisen. Zonzijde is daardoor wel dat de auto een echt zuinigheidsrecord in deze klasse neerzet - 5.9L/100KM is zelfs in een klasse lager een hele fraai waarde. Hét tegenargument is dat bij een dergelijk comfortabele premiumauto een krachtige motor passender zou zijn. Kies je toch bewust voor een DRIVe dan geniet je evengoed van de standaard uitblinkende Volvo-zetels, het fijne interieur en het typerende S80-comfort. Imagotechnisch speel je met een S80 1.6D DRIVe sowieso op zeker.
Fotografie: Martijn Koevoets