Dodge Journey
2.7 V6 R/T

Harold Rolloos - 18 augustus 2008

Op reis

'Een familieauto. Maar dan van Dodge.' Zo luidt de reclameslogan voor de nieuwe Dodge Journey, dat vrij uit het Engels vertaald ‘reis’ betekent. Tot nog toe wil het nog niet echt vlotten met de verkoop van het Amerikaanse merk met de ram in Nederland. Met de Journey hoopt Dodge een nieuwe troef in handen te hebben waarmee het wél gaat lukken. Een stoere auto met een hoop ruimte voor een lage prijs. Wij zijn erg benieuwd naar de Journey en namen hem mee voor een uitgebreide testrit.

Zware taak

Eén ding is zeker, om de Journey kun je niet heen. Het is een behoorlijk uit de kluiten gewassen kruising tussen een SUV en een MPV die in de markt is gezet als de opvolger van de Chrysler Voyager, alleen de Grand Voyager blijft in productie. Er rust dus een zware last op de schouder van de Journey. Net als in de succesvolle Voyager kunnen zeven personen in deze Dodge plaatsnemen. De auto is bijna vijf meter lang en ruim anderhalve meter breed. Maar daar houdt de vergelijking met zijn neefje (Dodge is immers een zustermerk van Chrysler) wel op. Het is in ieder geval geen brave burgerbak, zoals veel andere MPV’s vaak genoemd worden. De Journey staat op hetzelfde onderstel als de Avenger en de Chrysler Sebring. De imposante neus kennen we al van de Avenger, hij is alleen wat langer.

Wij kregen van de importeur de R/T-uitvoering mee, de meest luxueuze Journey, die voor ruim 43.000 euro van eigenaar verandert. De vanafprijs van deze Dodge, net geen 27.000 euro, is trouwens bijzonder schappelijk voor een auto met deze afmetingen. Bij deze R/T zijn de handgrepen en dakrailing verchroomd en liggen de banden om lekkere, dikke 19 inch velgen. Lopen we verder rond de auto, dan valt de hoge achterzijde op, waardoor het niet al te simpel is om even iets in de laadruimte te schuiven. Daar wordt wel even een beroep op de kracht van degene die tilt gedaan.

Praktisch

Amerikaanse auto’s staan niet goed bekend als het gaat om het materiaalgebruik in het interieur en de afwerking daarvan. Dat is al vaker gezegd en geschreven en met dat gegeven in het achterhoofd nemen we plaats op de bestuurdersstoel in de Journey. Eerlijk is eerlijk, het ziet er al beter uit dan bij andere Dodges, maar het keiharde plastic is nog steeds aanwezig. Met name het materiaal rond de klokken en in de portieren is erg cheap. Maar, elders rond het dashboard voelt het al een stuk steviger en beter aan dan we gewend zijn van het merk. Achter het grote stuur treffen valt de snelheidsmeter snel op. De groene verlichting geeft een aardige indruk, al is de meter door de mijlenindicatie slecht af te lezen.

In het middenconsole vinden we roosters, met daaronder het bedieningspaneel voor de luchtcirculatie. Dat werkt erg makkelijk en is simpel te bedienen. Wat verder omlaag zit de radio/cd-speler gemonteerd. Het zit eigenlijk te laag, maar door de stuurwielbediening hoeven we de armen er niet voor te strekken en nemen we deze plaats van de radio voor lief. Tegenover de passagier bevindt zich de ‘Chill Zone’, het vakje waar je blikjes of flesjes frisdrank koel kunt houden.

De stoelen zitten lekker, al bieden ze weinig zijdelingse steun en door het leer ga je in bochten snel glijden. Al snel valt op dat de Dodge erg praktisch is. Onze testauto kan zeven personen herbergen. Het neerlaten van de achterste bank is een ‘piece of cake’. Even aan de lussen achterop de stoelen trekken en de bank klapt snel in. Het weer omhoog halen is ook een fluitje van een cent, wederom aan de lussen trekken en de leuningen klappen weer terug in de oude stand. Simpel! Ook het neerleggen van de middelste bank is niet moeilijk. Even de hendel aan de zijkant omhoog trekken en hij klapt al neer. Bovendien is de bank in het midden te verschuiven om meer ruimte te creëren. Aan opbergruimte ontbreekt het niet in de Dodge. Zo zitten er grote vakken in de portieren en zit er een aardige ruimte onder de zitting van de passagiersstoel. Ook aan de passagiers achterin is gedacht. In het plafond zit een console waarmee de inzittenden achterin hun eigen temperatuur kunnen regelen.

Stofzuiger

De R/T is alleen verkrijgbaar met de 2.7 V6 automaat, die we kennen uit de Dodge Avenger en de Chrysler Sebring. Verder levert Dodge de Journey met een 2.4 benzine en de 2.0 liter CRD-dieselmotor. Deze zescilinder levert 185 pk en een koppel van 256 nm. Dat het geen moderne motor is valt al snel op na het starten. We geven gas en er klinkt een stofzuigerbrom, die je de hele tijd blijft achtervolgen. Niet het geluid dat we verwachten en willen horen van een zescilinder. Verwacht geen sportief rijgedrag van de Journey, het komt niet eens in de buurt daarvan.

De besturing is kunstmatig en zeker in de bochten is de Amerikaan geen held. Eigenlijk is dat niet zo vreemd, want deze wagen weegt dik 1.700 kilo en voelt daarom nogal log aan. Toch stuurt hij wel direct en is de Journey ook comfortabel geveerd. Je hebt weinig last van kuilen of gaten in de weg en ook de drempels kun je op een aardige snelheid nemen zonder met de kruin tegen het plafond te zitten. Wat betreft veiligheid valt er weinig op te merken. Zo is elke Journey standaard voorzien van zes airbags, een bandenspanningcontrolesysteem en ESP.

De bedieningshendels van de lampen en ruitenwissers doen niet echt stevig aan. Bovendien is de bediening van de ruitenwissers erg vreemd. Bij de meeste auto’s doe je dat door de schakelaar naar beneden of boven te duwen, in de Dodge draai je aan de hendel. Voor de rest werkt het allemaal naar behoren. Dat er in de Amerikaan een dik geluidssysteem zit spreekt bijna voor zich. Het produceert een volle klank en zelfs op hoog volume blijft het geluid zuiver.

We spraken al eerder over de wat achterhaalde techniek van de zescilinder. Dat blijkt ook wel uit het verbruik. Natuurlijk, een V6, gekoppeld aan een automaat in een auto van ruim 1.700 kilo zal niet bijster zuinig zijn. Maar dat de Journey met deze motorisering een stevige slok lust, staat buiten kijf. Wij reden het grootste deel van onze testrit over snelwegen en kwamen uit op een gemiddelde van elf liter op honderd kilometer. Volgens de fabrieksspecificaties komt het verbruik in de stad zelfs uit op vijftien liter op honderd kilometer. Het is dan ook niet vreemd dat deze uitvoering het energielabel E meekrijgt…

Gunstig geprijsd

Als je een sportieve SUV/MPV zoekt, dan kun je maar beter met een grote boog om de Journey heenlopen. De rijeigenschappen zijn namelijk verre van sportief en ook op de afwerking valt het nodige aan te merken. De zescilinder uit onze testauto is zeker geen aanrader door zijn achterhaalde techniek en bovendien nogal dorstig. Zoek je echter een praktische auto met veel ruimte voor een schappelijke prijs, dan past de Dodge wel binnen het eisenpakket. Hij ziet er stoer uit, is op de korte en lange afstand comfortabel en biedt vanbinnen veel mogelijkheden om passagiers en bagage mee te nemen.

  • Ruimte
  • Prijs
  • Praktisch
  • Verbruik
  • Afwerking van binnen
  • Prestaties en motorgeluid