Mercedes-Benz is een merk dat bij iedereen een bepaald gevoel oproept. Voor de ene persoon is het een protserige auto voor taxirijdende kampbewoners terwijl een Benz bij de ander juist een warm gevoel oproept: een gevoel van kwaliteit, betrouwbaarheid en doorwrochtheid. Dit imago heeft echter zijn prijs en dat is ongetwijfeld een reden waardoor de Mercedes-Benz C-Klasse zo’n bekende verschijning is: het is een betrekkelijk voordelige manier (de prijs van deze auto ligt nieuw ergens in buurt van de 45 mille) om in een échte Mercedes te rijden. In deze test zal de C-Klasse Combi (of T-Modell zoals de Duitsers het plachten te zeggen) met een dieselmotor en automatische transmissie de revue passeren. Qua aandrijflijn bezit de auto dus twee elementen waarin Mercedes van oudsher een voorloper is geweest.
Dat we hier te maken hebben met een kleinere Mercedes is duidelijk te merken. Voorin is de zitruimte prima, maar het houdt niet direct over. Je hebt het gevoel behoorlijk dicht op het dashboard te zitten waar bijvoorbeeld een E-Klasse je dat gevoel geenszins geeft. Een voordeel van deze positie is wel dat je de bedieningselementen van bijvoorbeeld de climate control en de radio goed kunt bedienen. De bediening van het dashboard is ergonomisch erg goed in orde en alles lijkt zich vanzelf in te stellen. Een goede zithouding is snel gevonden, aangezien de stoel goed en eenvoudig verstelbaar is en de Mercedes fijn, enigszins hard zitmeubilair heeft. Als we achterin de auto plaatsnemen is het duidelijk dat de C-Klasse geen taxikwaliteiten bezit. Met de stoel ingesteld voor mijn postuur (1,84 meter) kan ik 'achter mijzelf' niet fatsoenlijk mijn benen kwijt. De hoofdruimte is achterin weliswaar goed, maar dat heeft ongetwijfeld te maken met de verlengde daklijn die de stationwagen bezit.
De bagageruimte van de C-Klasse is weliswaar groter dan die van zijn directe concurrenten maar blijft in vergelijking tot een aantal andere gelijk geprijsde auto’s op dit gebied achter. Het is Mercedes duidelijk te doen geweest een Combi te ontwerpen waarbij uiterlijk en praktisch nut evenwichtig samen gingen: iets waar Mercedes naar mijn mening goed in is geslaagd. In de bagageruimte vindt men een aantal opbergmogelijkheden waardoor kleinere spullen niet door de kofferbak heen dansen. Voorts is de kofferbak keurig afgewerkt met stof en roestvrijstalen sjorogen.
De afwerking van de Mercedes is sowieso goed te noemen. Het gaat te ver om de auto zo goed afgewerkt als een Audi of een BMW E46 noemen, maar het voelt goed en vooral robuust aan zonder dat er sprake is van grote kieren en naden. Een kleinigheidje hierbij is dat de materialen niet bepaald krasbestendig zijn en dat het dashboardkastje wel erg “blikkerig” sluit. Het zijn geen onoverkomelijke zaken, maar in een “Benzie” mag je beter verwachten.
Waar zijn de tijden van de oude Mercedessen gebleven? De tijden waarin men voor alle luxe en moderniteiten moest bij betalen? Mercedes-Benz rust zijn auto’s tegenwoordig namelijk riant uit met in de Elegance en de Avantgarde naast de standaard voorzieningen als elektrische ruiten en spiegels een lederen stuur en lichtmetalen velgen. Verder beschikt de Benz standaard over klimaatregeling. Een audio-installatie is een optie, maar deze is zijn geld meer dan waard aangezien het geluid helder is en de bediening eenvoudig.
Het uiterlijk van de C-Klasse Combi is duidelijk een vrucht van de moderne tijd. Het uiterlijk is meer ontworpen om “mooiboy” dan “pakhuis” te zijn. Echter is Mercedes er toch in geslaagd om de bagageruimte groter te maken dan die van directe concurrenten als de A4 Avant en de 3-Serie Touring.
De Mercedes is vanuit bepaalde hoeken gezien ietwat bol vormgegeven. Dit komt doordat de daklijn van de C-Klasse Combi er uitziet als een strak gespannen boog. De achterkant van de Combi lijkt mede hierdoor niet helemaal bij de voorkant van de auto te passen. De voorzijde van de W203 oogt namelijk enigszins vriendelijk doordat de twee ronde koplampen aan elkaar gesmolten lijken en omdat de bumper en de motorkap vooral ronde lijnen bezitten. Dit staat niet direct detonerend bij de strakke bogen die het ontwerp vanaf de A-stijl domineren, maar zo evenwichtig als de A4 Avant is het niet. Vooral in de kleur van de testauto komt dit duidelijk naar voren. Wat ook meteen opvalt is dat de C-Klasse duidelijk herkenbaar is als Mercedes-Benz. Er wordt van de C-Klasse wel eens gezegd dat het een verkleinde versie van de vorige S-klasse lijkt. Deze Combi bezit dan ook de juiste uitstraling die een Mercedes-Benz behoort te bezitten.
Aangezien de testauto een Avantgarde betrof was het uiterlijk van de C-Klasse opgesierd met een aantal aspecten die specifiek voor de Avantgarde zijn. Zo bezit deze C-Klasse lichtmetalen velgen die een gepolijste structuur lijken te hebben. Dit zorgt ervoor dat de velgen een opvallend punt vormen aan de auto, maar niet iets dat de aandacht negatief trekt omdat het geen forse en vreemd vormgegeven velgen zijn. Echter zou mijn velgenkeuze niet deze zijn, maar uit het AMG-boekje komen. Verder bezit de C-Klasse in deze trim een koolstofvezellook op de deurstijlen. Dit aspect doet mij helaas denken aan De Grote Beurt-nachtmerries en noem ik derhalve weinig geslaagd.
Het rijden in een Mercedes-Benz is voor mij altijd een rustgevend verpozen geweest. Een Mercedes geeft de inzittenden een gevoel van verhevenheid en soevereiniteit. Deze C-Klasse doet hierin niet onder voor zijn grotere broers. Wat opvalt is dat deze C-Klasse naast comfortabel ook redelijk sportief is. Dit zal ongetwijfeld te maken hebben met het feit dat de Avantgarde iets straffer is afgesteld en iets directer zijn pad kiest. Het is niet zo dat deze auto zo strak stuurt als een BMW E46, maar de W203 biedt een puike combinatie van comfort en rijplezier. De lichte besturing is hierbij een kleine domper omdat een strak geveerde auto met een enigszins sportieve wegligging iets meer weerstand in het stuur mag bezitten om het wegcontact te voelen. Maar bij Mercedes heeft comfort duidelijk voorop gestaan bij de ontwikkeling van deze C-Klasse,
Over de motor kan ik kort zijn. De motor klinkt als een typische Mercedes-diesel zoals de 190D dat ooit deed. Echter heeft dit ook zijn weerslag op het motorgeluid in de auto. Aldaar is het duidelijk te horen dat het een diesel is en het geluid komt soms hinderlijk over. De 115 pk en de 250 Nm van de diesel moeten flink werken om de auto vooruit te krijgen. Zeker in combinatie met de relaxte 5-traps automaat is het geen motor om eens lekker een acceleratieboost gewaar te worden. Over de automaten van Mercedes is men doorgaans positief en daar kan ik mij volledig bij aansluiten. De bak schakelt boterzacht over en past zich snel aan de bestuurder aan. De aandrijflijn is dus prima in orde om rustig kilometers te vreten met een bescheiden brandstofverbruik, maar voor meer pit zou de 220CDI de optie zijn.
De geteste auto is een redelijk voordelige manier om in een Mercedes-Benz te rijden. De auto geeft de bestuurder en de inzittenden een rustgevend gevoel dat helemaal bij de beleving van Mercedes past. De bestuurder kan hierbij rekenen op een comfortabele en uitgekiende transmissie. De kracht van deze diesel houdt niet over maar als er op de snelheidsmeter wordt gekeken dan valt op dat de auto toch echt wel goed vooruitkomt. Het interieur van deze Mercedes is goed afgewerkt maar geeft vooral achterin een idee van bekrompenheid en ruimtegebrek. Het uiterlijk van de auto verdient het predikaat “geslaagd”, zeker als men in ogenschouw neemt dat Mercedes een goede balans heeft gevonden tussen uiterlijke schoonheid en innerlijke bruikbaarheid. Mijn motorkeuze zou echter niet deze zijn, maar ik zou minstens voor een 220CDI kiezen omdat die net even die extra kracht heeft dat diesel rijden zo fijn maakt.